Via de Delta van Drabbige Gegevens naar de Serendipiteitsmijn

Wie oud genoeg is weet nog hoe een wereld zonder penicilline eruit ziet. Wie wat jonger is kent meestal wel scènes uit boeken en films waarin een longontsteking steevast gepaard gaat met een levensgevaarlijke crisis en tuberculose mensen letterlijk laat wegteren. Wie weet zou een simpele ontsteking nog altijd in veel gevallen dodelijk zijn wanneer Alexander Fleming, net als anderen voor hem, een stafylokokkenkweek die besmet was geraakt met een schimmel ongezien in de vuilnisbak had gegooid.

Fleming bekeek het schaaltje dat een paar weken was blijven staan aandachtig en sprak: ‘That’s funny.’ Het trof hem dat de stafylokokkenkolonies in de omgeving van de schimmel vervaagd waren. Hij was op het spoor van de bacterieremmende en -dodende stof die we nu kennen als penicilline.

Het verhaal van Fleming en zijn penicilline is beroemd. Fleming was ook de eerste om te zeggen dat het toeval hem geholpen had. In zijn eigen woorden: ‘Er zijn duizenden verschillende schimmels, er zijn duizenden verschillende bacteriën, en dat toeval die schimmel op de juiste plek legde op het juiste moment was het winnen van de honderdduizend.’

Maar juist het feit dat Fleming oog had voor deze gelukstreffer maakt de uitvinding van penicilline tot een onvervalst staaltje van serendipiteit.’Serendipiteit’ is de vertaling van de Engelse term ‘serendipity’ (door Horace Walpole in de achttiende eeuw afgeleid van een sprookje over de schrandere prinsen van Serendip het vroegere Ceylon) die Pek van Andel tot in de van Dale aan toe in Nederland wist in te voeren. Van Andel is ook de maker van een tentoonstelling over het verschijnsel dat hij zelf het liefst gedefinieerd ziet als ‘het vermogen een ongezochte vondst’ te doen.

De wereld van kunst, cultuur en wetenschap zit er vol mee. Picasso’s ‘blauwe periode’, om maar eens een voorbeeld uit de tentoonstelling te noemen, was er nooit gekomen als Picasso op een dag niet plotseling met uitsluitend blauwe verf was komen te zitten. Hij besloot het daar maar eens mee te proberen, met het bekende resultaat.

Zelfs de muziek kent het fenomeen serendipiteit. De angstaanjagende dreun op een gedempte trom in Mahlers tiende symfonie danken we aan de trommel in een rouwstoet voor een brandweerman die langs Mahlers raam trok.

Postauto

In de artistieke sector is oog hebben voor ‘ongezochte vondsten’ misschien niet onverwacht te noemen, maar Van Andels voorbeelden laten vooral zien dat het in de wetenschap bepaald niet altijd ‘volgens het boekje’ gaat. Eenvoudig het rijtje ‘hypothese opstellen, toetsen, bevindingen weergeven’ afwerken?

Vergeet het maar. De chemicus Kekulé droomde de formule van benzeen, Archimedes zat toevallig in bad te dubben toen hij zijn wet vond (eureka!) en Nicolaas Tinbergens bevindingen over de territoriumdrift van stekelbaarsjes kwamen voort uit het feit dat zijn laboratorium, waar het stekelbaarsjesaquarium voor het raam stond, op de vaste route van een rode postauto lag: het viel Tinbergen op dat zijn stekelbaarsjes onrustig werden als de rode auto voorbij kwam, en hij wist de link te leggen met de rode buik van de vissen.

Mooie verhalen. En instructief bovendien. Bijvoorbeeld voor een minister van wetenschap in bezuinigingstijd. Het is niet helemaal toevallig dat de tentoonstelling over serendipiteit werd samengesteld ter ere van het 375-jarig bestaan van de universiteit van Groningen.

Inmiddels zijn alle teksten van die tentoonstelling, samen met een aantal foto’s van de inventieve en originele afbeeldingen die de kunstenaar Bert Andreae erbij maakte, te vinden in een kleine catalogus.

Die bevat ook nog een inleiding van de semioticus B.P. van Heusden, definities van en citaten over serendipiteit en literatuurverwijzingen. Een plaatje van ‘het eiland van onderzoek’ (gelegen in de Oceaan van Ervaring en de Theoretische Zee en onder andere te betreden via de Delta van Drabbige Gegevens die kan leiden tot de Schroothoop van verworpen hypotheses, maar uiteindelijk ook naar de Serendipiteitsmijn) is een extraatje.

De catalogus is niet fraai van uitvoering, en ook niet fantastisch geschreven, maar hij kost niet meer dan f 2,50.

Te bestellen bij het Voorlichtingscentrum van de RUG, Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel: 050 – 635450, en te koop bij boekhandel Athena, Oude Kijk in’t Jatstraat 42 Groningen.
De tentoonstelling is nog steeds te huur, bij Pek van Andel, Meedenerweg 5, 9892 TB Feerwerd (Gn), tel: 05941 – 1683.