NRC Handelsblad, NRC Next
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)
Deze week spreekt Carel ten Cate
We herkennen een karikatuur eerder dan een gelijkend portret
Liever dan hun eigen eieren, rollen meeuwen grote plastic namaakeieren hun nest in. Liever dan naar gewone vrouwenlippen kijken mannen naar roodgeverfde exemplaren. Carel ten Cate (1953) ziet datzelfde verschijnsel vaker. Hij is hoogleraar gedragsbiologie en wetenschappelijk directeur van het Instituut Biologie in Leiden.
Wat bedoelt u met ‘supernormale schattigheid’?
Dat gaat om het verschijnsel supernormale prikkels. Mensen en dieren reageren overdreven op overdreven, niet-natuurlijke kenmerken. Meeuwen die net uit het ei komen, pikken meteen naar de snavel van hun ouders. Kennelijk zijn ze zo voorgeprogrammeerd. Niko Tinbergen was degene die erachter kwam waar dat precies in zat. Hij maakte van karton uiteenlopende meeuwenkoppen en snavels. De kleintjes bleken te reageren op een rode vlek op de snavel, op kleurcontrast en op lengte. Toen Tinbergen ze een breinaald voorhield met een roodgeschilderde punt en witte bandjes reageerden de kuikens daar sterker op dan op een kloppende, normale meeuwenkop. Supernormale prikkels roepen dus supernormaal gedrag op.
Hoe kwam Tinbergen daar zo bij?
Als je naar beesten kijkt zie je allerlei verschillen in kleuren, vormen, veren. Zo worden ze geboren. Maar ze gedragen zich ook verschillend. Tinbergen kon niet geloven dat alle gedrag aangeleerd is, zoals de behavioristische psychologen in Amerika volhielden. Tinbergen ging het systematisch uitzoeken. Hij kreeg er in 1973 de Nobelprijs voor, die hij onder andere deelde met Konrad Lorenz, de andere grondlegger van de gedragsbiologie.
Lorenz constateerde dat onze favoriete huisdieren grote ogen hebben,en een beetje een bol voorhoofd, en een vrij platte snuit. Net als baby’s. Dat is later ook bevestigd in echt onderzoek.
Daar zit de schattigheid?
Schattigheid is nauw gekoppeld aan babykenmerken. Dat is met scorelijsten precies na te gaan: hoe meer babykenmerken, des te schattiger vinden we het. Schattigheid roept het gevoel op ervoor te willen zorgen. Dat is goed te begrijpen als je het evolutionair bekijkt: het is natuurlijk van levensbelang geweest dat als er een kind geboren wordt de omgeving er vanzelf voor wil zorgen. Dit is los van iedere rationaliteit ontstaan.
Je ziet het in cartoons. Donald Duck, Micky Mouse en Tom Poes hebben in de loop van de jaren zelfs steeds ‘kinderlijkere’ uiterlijke kenmerken gekregen.
Dus overdrijven heeft effect?
We zijn ook gevoelig voor andersoortige overdrijvingen. Bekende personen herkennen we beter van karikaturen dan van kloppende tekeningen. Intuïtief overdrijft een karikaturist kenmerken waarop iemand al verschilt van het gemiddelde: een grotere neus wordt een enorme neus. Gezichten herkennen doen we onder meer op dat soort dingen. Mannen- en vrouwengezichten houden we ook uit elkaar met behulp van systematische verschillen: de zwaardere kaaklijn bij mannen, de grotere ogen en rondere vormen bij vrouwen. Zo’n fashionable klein baardje dat in de mode is, maakt die onderkaak wat zwaarder. Mascara en lipstick zetten de vrouwelijke elementen extra aan.
In de reclame wordt er ook veel gebruik van gemaakt. Fotoshoppen is niet voor niks zo’n succes.
Zondag 28 oktober spreekt prof. dr. Carel ten Cate over ‘Supernormale schattigheid’. 14.00 uur. Museum Boerhaave, Lange St. Agnietenstraat 10, Leiden. Toegang: museumkaartje.
‘Mannen vallen echt meer op roodgeverfde lippen’ zette NRC Next ’s ochtends boven dit stuk.
In NRC Handelsblad was het wat ingekort.