door Liesbeth Koenen ©
02-03-2010
NRC Handelsblad, NRC Next
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)

Deze week spreekt…Ignace Hooge

Visuele valkuilen

Natuurkundige Ignace Hooge (1966) is gespecialiseerd in eye-tracking: het volgen van oogbewegingen. In 1996 promoveerde hij erop en tegenwoordig past hij het ook toe bij marketingonderzoek. Sinds 2001 werkt Hooge bij de afdeling Psychologische Functieleer van de Universiteit Utrecht.

Allemaal mooi en aardig dat iedereen tegenwoordig wil weten hoe onze hersenen werken, vindt Ignace Hooge, maar voor het voorspellen van gedrag heb je meestal weinig aan die theorieën. Intussen worden allang bekende, simpelweg op ervaring gebaseerde psychologische wetten veel te weinig toegepast.

De wereld is niet erg op ons ingericht?

‘Kijk maar om je heen. Neem bankpasjes. Daarvoor moet iedereen willekeurige cijfercodes onthouden. Maar daar zijn we helemaal niet goed in. De naam van de hond en de verjaardag van de kinderen, daar kunnen we mee overweg. Of neem apparaten. Hoe vaak heb je niet het gevoel: dat is niet voor mij gemaakt. Veel in onze wereld past niet bij hoe de mens in elkaar zit.’

En daar zijn wel degelijk wetten voor?

‘Nou ja, wat we het liefste zouden hebben, is een boek met de specificaties van de mens, en wat die wel en niet kan. Dat bestaat nog niet, maar stukjes ervan wel. De optometrie hebben we bijvoorbeeld aardig te pakken: hoe we licht en donker zien, hoe ver we kunnen kijken, hoe veel we in de periferie van ons blikveld zien. Je ziet altijd maar twee duimbreed echt scherp, al lijkt het niet zo. Daarom scannen we met onze ogen aldoor de omgeving af. Met eye-tracking kun je dat volgen, en bijvoorbeeld zien waar mensen precies naar kijken in een reclame-uiting.’

Wat is bijvoorbeeld een harde wet?

‘De Wet van Weber is een mooi oud inzicht. Die zegt dat als je verschil wilt voelen, of zien, of horen tussen twee dingen, het niet gaat om het absolute verschil maar om het relatieve. Hoe dit in het brein zit, weten we niet precies, maar om bijvoorbeeld te merken dat twee gewichten op je handen niet hetzelfde zijn, moeten ze minimaal vijf procent in gewicht verschillen. Dat is dan de Weberfractie.’

‘We hadden ooit een minister van Financiën die die wet niet kende. Bij protesten tegen de invoering van een kleinere rijksdaalder vroeg hij: kunt u een kwartje en een dubbeltje uit elkaar houden? Ja, zei iedereen. Die verschillen vier millimeter, zei de minister, net als de nieuwe rijksdaalder en de gulden. Maar relatief gezien verschilden ze veel minder. Bij de euromunten is dit ook niet goed gegaan.’

Nog zo’n praktische wet?

‘Simpel is de Wet van Fitts, die gaat over bewegingstijd. Hoe lang je doet over het maken van een beweging hangt af van de afstand én van de grootte van het doel. Is dat klein dan duurt het langer om er precies op uit te komen. Daarom gaan muisbewegingen naar de menubalk bij de Mac tot vijf keer sneller dan bij gewone pc’s. Ontwerpers zouden vaker de moeite moeten nemen naar dit soort gegevens te kijken.’

 

Morgen spreekt dr. Ignace Hooge over ‘Good science – Bad science: Visuele valkuilen’. 13.00 u. Boothzaal, Universiteitsbibliotheek, Uithof, Heidelberglaan 3 Utrecht. Toegang en broodjes gratis.

‘Mooie oude inzichten’ stond er ’s ochtends boven dit stuk in NRC Next.