NRC Handelsblad
Vertaalproblemen
Vertalen. Een eerste kennismaking
door H.W. Hollander
118 blz., Prisma Pocket 2670, Het Spectrum 1988, f 14,90
ISBN 90 274 2192 7
Als het in de Nederlandse journalistiek / gebruik was en bovendien ook nog chic / om boeken met een rijmpje te bespreken / dan had u hier niet van opgekeken.
Het idee is minder dwaas dan het nu lijkt: in de eerste eeuw voor Christus schreef Lucretius zijn beroemd geworden gedicht De Rerum Natura, ‘Over het wezen der dingen’. Een serieus werk over wetenschap. In onze cultuur gaat dat niet samen, een wetenschappelijke verhandeling in dichtvorm dat vloekt. De vorm zou hedendaagse Nederlandse ogen te veel afleiden van de inhoud.
Conventies en gewoontes: iedere cultuur en iedere taal heeft weer andere. Een ramp voor vertalers. Want wat moet je nou met zo’n boek van Lucretius? Moet dat voor een ‘eerlijke’ weergave in het Nederlands poëzie blijven? En wat voor poëzie dan?
De mogelijkheden in het Nederlands zijn heel anders dan die in het Latijn. De gewoontes overigens ook: in het Nederlands is een gedicht al snel iets dat rijmt, in het Latijn is een gedicht veeleer een tekst met een perfect kloppend metrum.
Lucretius is een van de voorbeelden die H.W. Hollander aanhaalt in zijn boekje Vertalen. Een eerste kennismaking. Een boekje waaraan weinig toe te voegen of af te dingen valt. Hollander zet voor iedereen die wel eens iets van vertalen wil weten op een rijtje waar er moeilijkheden te verwachten zijn.
Niet alleen zijn woord-voor-woord-vertalingen vrijwel altijd onmogelijk, een vertaler heeft soms ook te maken met de bekendheid van een bepaald begrip. Iedereen in Nederland weet dat Haarlem een stad is, maar wie een VVV-folder wil vertalen voor Amerikaanse toeristen zal er vaak verstandig aan doen ‘Haarlem’ weer te geven met ’the city of Haarlem’.
En wat te doen met woordspelingen of toespelingen? Hoe los je op dat in sommige culturen ‘wit’ de kleur van de dood is? ‘Wit’ botweg met ‘zwart’ vertalen?
Hollander geeft geen oplossingen voor vertaalproblemen. Die bestaan ook niet echt. Alles hangt af van de omstandigheden, de soort tekst, de ‘doelgroep’. Open deuren? Ja. Maar nog steeds niet genoegzaam bekend.
Iedereen die denkt dat ‘ze’ binnenkort wel een vertaalcomputer zullen uitvinden mag die gedachte wat mij betreft niet langer hardop uitspreken zonder dit boekje van Hollander (of een soortgelijk inleidend werkje) gelezen te hebben.
En ondanks het feit dat Hollander mij wel eens iets te dik doet en plattitudes wel erg graag illustreert met chique diagrammen, beveel ik dit boekje ook van ganser harte aan voor alle opdrachtgevers van vertalers (vertaalbureaus: een origineel relatiegeschenk!). Hollander maakt in ieder geval duidelijk dat iets van de ene taal omzetten in de andere vaak een heidens karwei is.
Wie daarbij kwaliteit wil hebben moet begrijpen dat kwaliteit synoniem is met tijd en dat het nooit volmaakte perfectie kan betekenen.