Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)
Deze week
Vakantieboeken
Extreem luid & ongelooflijk dichtbij, door Jonathan Safran Foer, Ambo/Anthos, 2005, 372 blz., vertaling van Extremely Loud & Incredibly close door Gerda Baardman en Tjadine Stheeman.New Yorks jongetje van negen dat zijn vader verloren heeft bij de 11-septemberaanslagen vindt een sleutel die hem langs een heleboel kleurrijke New Yorkers voert. Indirect levert het ding hem toch ook de gehoopte toegang tot zijn vader op, en wel in de persoon van diens vader. Het heden wordt gemengd met de geschiedenis van de grootouders, Duitsers die Dresden overleefden, verhaallijnen die uiteindelijk keurig samenkomen. Tikje hysterisch-Amerikaans en ongeloofwaardig hier en daar, maar er zitten prachtige en goedgeschreven verhalen (het bombardement op Dresden bijvoorbeeld) in. Onvergeeflijk: de illustraties (het boek zit vol opmaakgeintjes en foto’s) zijn niet vertaald. Vertaling zelf is overigens heel redelijk. Een 7,5.
De thuiskomst, door Anna Enquist, Arbeiderspers, 2005, 415 blz. Elizabeth Batts, de vrouw van de achttiende-eeuwse ontdekkingsreiziger Captain Cook, is in de handen van Anna Enquist een interessant en vooral heel menselijk mens geworden. Het boek is onmiddellijk aangrijpend en meeslepend, en bevat bovendien veel meer dan het in alle recensies breed uitgemeten verdriet van Elizabeth om al haar gestorven kinderen. Van de logistiek die er komt kijken bij de wereld ontdekken, via de klassegevoeligheid van Engeland tot bedenkingen over de consequenties van James’ reizen (het exporteren van syfilis). De pointe aan het slot over het werkelijke eind van James op Tahiti had van mij niet echt gehoeven, doet een beetje gewrongen aan, maar erg is het ook niet. Een 8,5.
Never Let Me Go, door Kazuo Ishiguro, Faber and Faber, 2005, 263 blz. Tjonge, wat een knap boek weer van Ishiguro (de man van The Remains of the Day). Wederom in een setting ver weg van de wereld, opnieuw met een fabelachtig oog voor wat mensen zeggen en niet zeggen als ze iets zeggen. Dit keer gaat het over opgroeiende kinderen. Hun onderlinge loyaliteit, hun onderlinge gemeenheid, hun pogingen greep te krijgen op de wereld. Over de gruwelijke omstandigheden die Ishiguro daarvoor bedacht heeft, zal ik niets verraden. Buitengewoon subtiel, geweldig leesbaar boek waarbij je iedere keer denkt: ja, zo gaat dat, wat knap dat ie dat weet! Een 9,5.
Life of Pi, door Yann Martel, Canongate, 2003 (verschenen in 2001, Man Booker Prize), 319 blz. Een joch van zestien dat in zijn eentje een schipbreuk overleeft, en maandenlang blijft overleven op een reddingsboot waarop zich ook een Richard Parker geheten Bengaalse tijger bevindt, ongeloofwaardiger kan bijna niet. En toch heeft Yann Martel er een volkomen aannemelijk, spannend verhaal van gemaakt, dat alleen wordt ontsierd door veel gerefereer aan god en godsdiensten. De hele geschiedenis wordt al aangekondigd als een die je in god zal doen gaan geloven. Maak u niet bezorgd: dat gebeurt niet. Een 7,5.
The Curious Incident of the Dog in the Night-time, door Mark Haddon, Vintage, 2004, 272 blz. De wereld bezien en beschreven door de ogen van een autist. Dat is dieptragisch, bij vlagen ontzettend grappig en ook ontroerend. Zijn speurtocht naar de moordenaar van de hond van de buurvrouw brengt Christopher Boone bij een waarheid waarvan de gruwelijkheid niet echt tot hem door kan dringen, en toch ook weer wel. Onmogelijk om te weten of wereld werkelijk zo bedreigend en lastig is voor een autist, maar het zou heel goed kunnen, denk je bij het lezen van dit originele boek. Een 8.
Some Rain Must Fall and Other Stories, door Michel Faber, Canongate 2000 (voor het eerst uitgekomen in 1998), 242 blz. Faber is de man van de enorme pil en hit The Crimson Petal & the White, waarvan ik twee vakanties geleden smulde (de Nederlandse vertaling heet Lelieblank en scharlakenrood). Deze verhalen zijn ouder, en je ziet hier als het ware een talent van alles uitproberen en intussen groeien. Het zijn vijftien heel uiteenlopende verhalen, die in allerlei delen van de wereld spelen, soms ook onder het kopje fantasy vallen, maar stuk voor stuk de moeite van het lezen waard zijn, al lijkt een aantal nog een beetje onaf. Hoofdrolspelers zijn onder meer een in getraumatiseerde kinderen gespecialiseerde juf, een alcoholische non, god, een dapper door haar vader bezwangerd meisje diep in de binnenlanden van Australië dat via NASA hoopt te ontsnappen, en een stelletje moderne kunstenaars dat een hak gezet wordt. Rijk en breed en aangenaam. Een 7,5.
Het groeit me niet op de rug, hoogtepunten uit de literatuur over geld, samengesteld door Renzo Verwer, BZZTǒh, 2000, 192 blz. Een beetje veel casino misschien, en Multatuli daar kom ik al mijn leven lang niet doorheen, maar verder een heerlijke collectie geldverhalen. Mijn favoriet zijn de bijdragen van Maarten ’t Hart, de notoire vrek die indrukwekkend krankzinnige redenaties weet te verzinnen om toch maar een beetje geld uit te kunnen geven. Belangrijke truc ook is te zorgen dat er lekker weinig geld binnenkomt. Wat een absurde geest. Jules Deelder en de fiscus vond ik ook een hoogtepunt. Een 7,5.
De emigrés, door W.G. Sebald, De Bezige Bij, 2005, 254 blz., vertaling van Die Ausgewanderten door Ria van Hengel (in het Duits verschenen in 1992). Wonderlijk boek, dat het woord ‘plompverloren’ oproept. Het begint maar ergens, en eindigt maar ergens. Eigenlijk is het geen boek, maar zijn het de in een bandje gestopte levensgeschiedenissen van vier (half)joden die voor/door de oorlog naar andere landen vertrokken zijn. Maar het zijn ook weer niet hun levensgeschiedenissen, het is wat Sebald (zelf ook zo’n emigré) min of meer toevallig van ze aan de weet is gekomen. Flarden. En toch leidt dat tot verhalen die je uit wilt lezen, al blijven ze een beetje smaken naar meer en voelt het allemaal wat willekeurig aan. Een 7,5.
Ghostwritten, door David Mitchell, Vintage, 2001 (voor het eerst verschenen in 1999), 427 blz. Het eerste boek van Mitchell, wiens vorig jaar verschenen Cloud Atlas ik werkelijk fantastisch vond. En daarom viel dit stiekem een beetje tegen. Het is in zekere zin een voorstudie voor zijn Wolkenatlas. Ook hier losse levens uit verschillende tijden die toch verweven zijn, ook hier heel verschillende stemmen en een soort einde der tijden. De man kan echt geweldig schrijven, heeft een sombere, illusiearme kijk op de wereld die me zeer aanstaat, maar de krachtpatserij ging me een beetje tegenstaan. Vast flauw, maar zo was het. Geen cijfer, omdat ik het niet eerlijk kan beoordelen.
Consciousness and Language, door John R. Searle, Cambridge University Press, 2002, 269 blz. Gebladerd, hier en daar stukken gelezen. Het is een verzamelbundel, en ik vond het allemaal oninteressante ouwe koek, bracht het niet op, en legde het terzijde.
Atonement, door Ian McEwan, Vintage, 2002 (verschenen in 2001), 372 blz. McEwan heeft iets te veel aanloop nodig, maar verder is dit een zeldzaam spannend, slim, gruwelijk boek. Zit ontzettend veel verschillends in, en voert je van cliffhanger naar cliffhanger. Een meisje van dertien, schrijfster in spe, doet iets dat wel begrijpelijk is, maar ook onvergeeflijk. De consequenties zijn verwoestend, zij het niet voor haar. Van echte atonement (boetedoening) is uiteindelijk toch geen sprake, al gaat het nooit meer weg. Sterke stukken over familieverhoudingen en de terugtocht van de Engelsen naar Duinkerken bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Ook opmerkelijk veel romantiek, en een hoop over wat schrijven wel en niet vermag. Een 9.
Le testament francais, door Andreï Makine, Mercure de France, 1995, 343 blz. En Français, oui. Ook met woordenboek ernaast gaat dat te langzaam. Tot bijna de helft gekomen. Een lief, mooi verhaal over een Française in het harde en koude Siberië, verteld door een kleinkind voor wie er via grootmoeders verhalen hele werelden opengaan. En passant komt ook de hele twintigste eeuw voorbij. Veel clashes tussen Rusland en Frankrijk, het Russisch en het Frans. Heftig van plan het uit te lezen.
Een sentimentele reis door Frankrijk en Italië, door Laurence Sterne, Salamander Klassiek (Athenaeum – Polak & Van Gennep), 2005, 203 blz., vertaling uit 1992 van A Sentimental Journey through France and Italy. By Mr. Yorick (geschreven in 1767) door Frans Kellendonk. Grappig boekje, dat de tocht van een Engelse grote versierder (dat is dat sentimentele) beschrijft. Veel is van alle tijden, blijkt, zelfs tweedehandsautohandelaren. Sterne vond zo’n beetje de roman uit, en het is opvallend hoeveel herkenbaars er in dit kleinoodje zit. Prettig vertaald, mooi uitgegeven. Een 8.
De reis naar Sachalin, door Anton Tsjechov, met een nawoord van Frank Westerman, Atlas, 2004, 405 blz., vertaling van Iz Sibiri, Ostrov Sachalin (verschenen in 1895) door Anita Roeland. Interessant. Tsjechov op het verslaggeverspad, en hij is niet lui en ook niet bang voor een ontberinkje meer of minder. Sachalin was een strafeiland. Veel gevangenen bleven er als ballingen/kolonisten nadat ze hun straf hadden uitgezeten. Tsjechov doet zijn best allerlei cijfers en andere gegevens boven tafel te krijgen, praat met hopen mensen en stuit op veel slecht bestuur en corruptie. Doet wonderlijk modern aan. Een 8.
Number 9 Dream door David Mitchell, Random house 2003 (uitgekomen in 2001), 400 blz. Mitchells tweede boek. Met vaart geschreven verhaal van een Japanse jongen die net twintig wordt en naar Tokio komt, op zoek naar zijn vader. Nog niet uit, maar beleef er al meer plezier aan dan aan dat eerste boek van ’m.
En nu weer aan het werk.