door Liesbeth Koenen ©
04-03-2017
de Telegraaf
(rubriek: Taal!)

Taal!

Vader

‘Morgen is het veertien jaar geleden.’ We zaten afgelopen zaterdag elk aan onze kant van de lijn met een glas, mijn vader en ik. Onze gebruikelijke telefonische borrel.

Hij had natuurlijk gelijk. Het was in 2003. Eigenlijk weet ik het nog als de dag van gisteren. Zo’n ellendig telefoontje. Hij had een beroerte gehad, lag in het ziekenhuis.

Het eerste dat ik vroeg was: kan ie praten? Hij kon het niet. Een dreun van jewelste.

Mijn vader viel veertien jaar geleden volkomen stil. En ik was buitengewoon pessimistisch. Want dit was nou toevallig iets waar ik een hoop van wist: taal en je hersenen.

Maar die hersenen én mijn vader bleken flexibeler dan ik durfde te hopen. Stukje bij beetje veroverde hij zijn woorden terug. Een kwestie van geluk, en ongelooflijk hard eraan werken. Elke dag weer.

‘Ik ben er genadig afgekomen.’ Ik weet niet hoe vaak hij dat sindsdien gezegd heeft. Zelf heb ik het als een soort wonder beschouwd dat hij na een tijd weer zijn normale volzinnen en zijn normale grappen kon maken. ‘Ik heb er weer greep op gekregen’, formuleerde hij het zaterdag.

Alleen op gang komen en snelheid. Dat is moeilijk gebleven. Vooral helemaal aan het begin van een gesprek. Dus altijd als je iemand net tegenkomt. Niet gemakkelijk.

En wat voorgoed onmogelijk is wanneer taal voortaan via een omweggetje je hersenen door moet: een snel hakketak-gesprek, met geintjes en veel vuur. Een pijnlijk gemis als je daar altijd een groot genoegen in hebt geschept.

Hij klaagde er allemaal nooit over, en ging ook niets uit de weg, wat ik enorm knap vond. Want ik kende ook zijn ongeduld.

Klaagde. Ging. Vond. Kende.

Mijn lieve vader is overgegaan naar de verleden tijd – niet zo lang na ons telefoongesprek is hij plotseling gestorven.

Aan één ding ergerde hij zich soms wel: het ongeduld bij anderen. Daarom wil ik u graag iets vragen, een beetje ter nagedachtenis van mijn vader. Wilt u alstublieft geduld hebben met mensen die niet (meer) vanzelf vlot kunnen praten?

Verbijt uw ongemak. Niet voorzeggen graag, geen zinnen voor ze afmaken, niet erdoorheen praten. Laat ze, geef ze de tijd en de ruimte. Dat helpt echt.