door Liesbeth Koenen ©
08-11-2004
Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)

Deze week

Touché

Hutsekluts. Uitgeput en door elkaar geschud voel ik me van alle verslagen, debatten, commentaren. Wat moet ik? Ook vertellen wat ik van Theo van Gogh en zijn werk en zijn ideeën en zijn stijl vond? Of mijn eigen belevenissen met ’m breed uitmeten? Nee, want het doet niet terzake.

Moet ik andere commentaren becommentariëren dan? Tegen Holman roepen: “Theodor, jongen, denk nou niet dat Theo ‘dus gelijk had’, dat is net zo min waar als dat ie elke vrouw kon krijgen.”? Dacht het niet.

Mijn ergernis met u delen over de schijnheilige reacties (de overlijdensadvertentie van de AVRO: “Theo van Gogh was een uitermate creatief en eigenzinnig mens en een uitgesproken vrijdenker, wars van dogmatiek. Om die reden paste hij bij ons.”), of de onzinnige en gevaarlijke (het kabinet dat geen idee heeft, en dus paspoorten wil innemen en à la Bush ‘de oorlog’ verklaart)? Nee, dat wil ik allemaal niet.

Ik wil het hebben over twee dingen die in mijn hoofd bleven hangen, beide opgebracht door Marokkanen die te zien waren op het Amsterdamse tv-station AT5.

“Waarom”, zei de ene Marokkaan, als ik zijn woorden even in autochtonen-Nederlands vertaal: “word je opgepakt zodra je een jood uitscheldt, terwijl de islam bespotten en beledigen wel mag van de rechter?”

Tja. Vrijheid van meningsuiting is superbelangrijk, maar er zijn grenzen, het mag geen kwetsen worden. Hoe vaak heb ik dat gehoord de afgelopen dagen? Het benauwt me verschrikkelijk. Waarom begrijpt bijna niemand dat zulke grenzen stellen niet kán? Dat ‘gekwetst’ of ‘beledigd’ per definitie subjectieve gevoelens blijven, waar een rechter nooit objectieve maatstaven voor kan aanleggen?

Het is de prijs voor het vrije woord: verdragen dat anderen dingen zeggen die jou toevallig doen walgen. Als we die niet willen betalen, levert dat sowieso willekeur, oneerlijkheid en discriminatie op. Nu is de tendens bijvoorbeeld dat moslims, EO’ers en Buttigliones niet mogen zeggen dat homo’s zieke engerds zijn, ook al vinden ze dat oprecht, terwijl anderen wel mogen beweren dat alle gelovigen volstrekt achterlijk zijn. Op dit moment kan het inderdaad heel goed zo uitkomen dat een uitspraak over joden wel, en eentje over moslims niet bestraft wordt door de rechter. Over tien jaar kan dat allemaal omgekeerd liggen, maar hoe de verdeling ook uitvalt: altijd zijn er groepen die reden hebben zich achtergesteld te voelen, die daardoor wrok kunnen gaan koesteren. Iets waar vervolgens alle groepen last van krijgen. Dat is een van de redenen dat het vrije woord absoluut moet zijn.

“Hoezo is moord nooit gewoon?”, zei de tweede Marokkaan, die zojuist – anders dan de meesten – niet omfloerst, maar recht voor zijn raap gezegd had dat Van Gogh het gewoon over zichzelf had afgeroepen. “Moord is toch nooit gewoon”, had de verslaggever gereageerd. Wel, dus, vond de Marokkaan: “Kijk dan naar Irak, daar wordt aan een stuk door gemoord, en daar hoor je niemand over.”

Touché. Daarom, ongeveer het enige zinnige wapen tegen fundamentalisme dat ik zo gauw kan verzinnen, is het vrije woord inzetten om eindelijk een serieus openbaar debat te beginnen over de Nederlandse politiek tegenover zowel Israël als Irak (lees: Amerika). Dries van Agt (afgelopen zondag weer in Buitenhof) probeert dat, maar hij kan het niet in zijn eentje af. En ook wie ons beleid uitstekend vindt, doet er verstandig aan te proberen dat uit te leggen aan alle moslims voor wie het een zeer zwaarwegend punt is.