door Liesbeth Koenen ©
18-01-2011
NRC Handelsblad, NRC Next
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)

Deze week spreekt Sophie van Steenderen

Te rijk om impressionist te zijn

Een echte kunstenaar dient onbegrepen en arm te zijn, vonden we in de twintigste eeuw. Volgens freelance kunsthistorica Sophie van Steenderen (1976) een belangrijke reden dat het werk van de Franse impressionist Gustave Caillebotte (1848-1894) naar de achtergrond verdween.

Waar kunnen we Caillebotte van kennen?

Zijn beroemdste schilderijen zijn Les raboteurs de parquet, de Parketschavers, en Rue de Paris, temps de pluie, Parijzenaars in de regen. Hij maakte grote schilderijen, met een verfijndere toets dan iemand als Monet erop nahield. Die kladderde er meer op los. Toch is Caillebotte echt een impressionist: hij maakte momentopnames van het leven van alledag, impressies, bijvoorbeeld van die parketschavende arbeiders aan het werk. Het was niet bijbels, er zat geen moraal of boodschap in. Dat was nieuw.

Maar waar bij Monet de nadruk lag op licht, lucht en kleur – de impressie dus – zijn de schilderijen van Caillebotte inhoudelijker. Zijn beelden lijken eerder illustraties bij de naturalistische romans van Zola of Flaubert, en ze werden meer geassocieerd met de Salon dan met de tegendraadse impressionisten.

Wat was de Salon?

Je had indertijd geen musea voor moderne kunst of galeries. Vanaf de zeventiende eeuw bepaalde een jury wat het publiek te zien kreeg op de jaarlijkse Salon, georganiseerd door de Academie. Daar was je als kunstenaar dus van afhankelijk. Werd je werk geweigerd dan baalde je als een stekker. Caillebottes Parketschavers werden ook geweigerd.

Maar Caillebotte was rijk. Hij hielp bij de opzet van de eerste tentoonstelling van de impressionisten, die buiten de Salon om werd gehouden. Bovendien was hij een aimabele man, met managerskwaliteiten, die de groep impressionisten bij elkaar hield. Als Monet en Degas weer mot hadden bijvoorbeeld. Hij ondersteunde zijn collega-impressionisten financieel, onder meer door hun werk te kopen. Maar niet uit liefdadigheid, als verzamelaar was hij heel selectief. Zijn collectie met Monets, Manets, Cézannes, Pissaro’s en nog veel meer liet hij na aan de Franse staat, die uiteindelijk maar de helft aanvaard heeft. Caillebotte had namelijk als eis dat het werk in de grote musea getoond zou worden. Heel veel is toen naar Amerika verdwenen.

Maar die rijkdom werkte ook tegen hem?

Omdat er in de twintigste eeuw een andere kijk op kunst ontstond. Kunstenaars moesten liefst onbegrepen in hun tijd zijn, en amper geld hebben. Dat gold voor iemand als Monet, en denk ook aan Van Gogh. Kunst moest grensverleggend zijn. Caillebotte paste niet in dat beeld, waardoor de belangstelling voor zijn werk wegzakte.

Dus eigenlijk werd Caillebotte toch een onbegrepen kunstenaar?

Ja, want in feite was hij heel avant-gardistisch. Je ziet sterk de invloed van de fotografie, die toen nieuw was. In vreemde perspectieven: bij de Parketschavers is het alsof hij op een tafel is gaan staan, en van bovenaf een snapshot heeft genomen. En je ziet het in vreemde afsnijdingen, figuren die maar half op het doek staan. 

Vanavond spreekt drs. Sophie van Steenderen over ‘Gustave Caillebotte – Onbekend of miskend Impressionist?’. 20.00 uur Het Kunsthuis, Oosteinderweg 98, Rosmalen. Toegang: € 15,-

NRC Next hield het ’s ochtends op ‘Caillebotte’ als kop.