de Telegraaf
(rubriek: Taal!)
Taal!
Superjonge oren
Een ramp is geen lamp, zeuren is iets heel anders dan zeulen. Je hebt ver en vel, balen en baren, brood en bloot, hiel en hier, keren en kelen, torren en tollen. Ze lijken niet op elkaar.
In onze oren dan.
Maar als je opgegroeid bent met Japans, dan hoor je geen verschil tussen lala en rara. De l en de r klinken werkelijk als één klank, hoe merkwaardig ons dat ook lijkt. Wat ze zelf zeggen, vinden wij overigens meestal als r’en klinken, niet als l’en – wat die ouwe flauwe flietsausreclame (‘hele emmel’) nogal dom maakt.
Je oren (nou ja, het zijn je hersens natuurlijk) gaan dus staan naar de taal waarmee je opgroeit. En niet zo’n beetje.
Want wij mogen dan geen enkel probleem hebben met de l en de r, we zijn totaal niet in staat om bijvoorbeeld de drie verschillende k’s, de drie verschillende t’s en de drie verschillende p’s uit elkaar te houden die er toch echt in het Koreaans zitten.
Nou was er van de week daarover een behoorlijk spectaculair nieuwtje.
Nijmeegse onderzoekers gaven les in Koreaanse klanken aan volwassen die in Nederland zijn geboren en getogen, en daarnaast aan volwassenen die als klein kind geadopteerd zijn en uit Korea hierheen gekomen. Hier hebben ze dan gewoon Nederlands geleerd, en ze herinneren zich niets van het Koreaans.
Iedereen vond de lessen echt lastig. Ook de adoptiekinderen. En toch bleken die er aanmerkelijk beter in te zijn dan de proefpersonen die als baby nooit Koreaans hoorden. Zelfs wie alleen maar de eerste paar maanden in Korea had gewoond, kon de verschillende klanken sneller uit elkaar houden en was beter in ze zelf maken.
Dat werd gecontroleerd door mensen die wel met het Koreaans als moedertaal zijn grootgeworden. Dat moest ook wel: onderzoekster Mirjam Broersma vertelde dat ze zelf de verschillen niet kan horen die ze onderzoekt.
Dus kennis die superjonge oren hadden opgedaan, ligt kennelijk nog steeds ergens in de bijbehorende hoofden opgeslagen. Die hoofden zijn zich daar helemaal niet van bewust, maar het is er wel.
Ik heb meteen honderd nieuwe vragen. Maar het wordt intussen steeds duidelijker hoe we kunnen vergroeien met onze moedertaal.