Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)
Deze week
Sijtje Boes revisited
Een kippe-endje is het. Vijftien kilometer ofzo. En in alle bijna dertig jaren dat ik in Amsterdam woon, had ik die nimmer afgelegd.
Want ja, wie gaat er nou naar Marken? Dat is voor toeristen, en goed, oké, ook voor schrijfster Lydia Rood, die er woont en daar heel vrolijk over kan vertellen.
Maar weet u – ja, waarschijnlijk weet u dat allemaal alláng – zelfs de weg erheen is een en al schattigheid en fraaiheid. Hollands zijn de luchten, Hollands de huisjes. Veel groen en wit en hout en daklijsten met krullen. En overal water.
Kennelijk is ergens bepaald dat het zo mooi moet blijven, want de enige hoge en moderne gebouwen onderweg zijn alleen in de verte te zien vanaf de dijk van Durgerdam: als je terugkijkt naar Amsterdam. Daar gaat het trouwens wél heel hard met de nieuwbouw van IJburg enzo, want ik geloof dat ik wel tien grote kranen telde.
Maar de moderne wereld laat zich op Marken (nu bijna een halve eeuw, sinds de opening van de dijk in 1957, officieel geen eiland meer) al snel vergeten. Vaak, heel vaak zijn toeristenattracties niet voor niks toeristenattracties, besefte ik weer ‘ns. En zonder de toeristen zien ze er steevast het aantrekkelijkst uit.
Een bezoekje op een zondagmiddag in december is daarom alleszins aanbevelingswaardig. Dat alles dicht is, zelfs de kerk in de Kerkbuurt, nou ja, dat is dan de prijs. Je hebt wel het rijk alleen.
Even dacht ik zelfs dat er geen mensen in de poppenhuisjes woonden, maar een wandelingetje door de supersmalle achterafstraatjes gaf me ongelijk. Een zeer hedendaagse vrouw hing over een half deurtje naar buiten te roken en naar binnen te praten.
Bij het haventje, op zoek naar de boot naar Volendam die elk half uur moest gaan volgens het bord bij de ingang van het dorp, wist ik ineens echt helemaal zeker dat ik eerder op Marken geweest was.
Op de zijkant van een huisje las ik namelijk ‘Sijtje Boes’. Het trof me als een mokerslag, al wist ik niet meteen waar het op sloeg.
Maar het kwam langzaam terug. Het zal in de zomer van 1967 geweest zijn. Negen was ik, en ik verslond alle delen Dr. Dolittle én het dagboek van Anne Frank, want we deden die vakantie een hele hoop klassiekers, ook het Achterhuis.
Uit ongeveer die tijd zwerft door mijn hoofd ook een beeld van iemand in klederdracht in een klein kamertje. Thuis op zoek gegaan: ach ja, natuurlijk, Sijtje Boes werd wereldberoemd omdat ze stromen toeristen ontving in haar typisch Markense huisje. Ik twijfel trouwens een beetje of ik haar toen zelf gezien heb, want er staat me ook iets bij van licht teleurgestelde ouders.
Enfin, meer over haar te weten komen, viel nog niet mee, maar op het net sprokkelde ik bijeen dat ze van 27 oktober 1895 tot 10 april 1983 geleefd heeft, en de vroeg-twintigste-eeuwse toeristen al met snuisterijen stond op te wachten. In de jaren dat er voor de Markense jeugd een hervormd en een gereformeerd looprondje langs de dijk bestonden, werd er over haar gepraat, omdat ze centen had en Engels sprak. Aandoenlijk Engels, hoorde ik in een aflevering van Van Gewest tot Gewest. Maar bepaald een pittige dame.
Het kijkhuisje van toen is nu een souvenirwinkel met haar naam. Dat die gesloten was, vond ik niet erg. Dat de beloofde boot in de verste verte niet ging, was wel jammer.