NRC Handelsblad
Cryptogrammenwoordenboeken
Puzzelen
Cryptowoordenboek,door Jan Meulendijks en Bart Schuil, 350 blz., geïll., geb., Tirion, 1992.
Anagrammen, door Dr. Verschuyl, 192 blz., Kosmos, 1992.
Puzzelen moet toch een sport zijn, hoe anders zou ik het gebruiken van een woordenboek bij het oplossen van een cryptogram onsportief kunnen vinden? Nooit kijk ik in puzzel-, achterwaartse of normale woordenboeken voor mijn wekelijkse portie woordraadsels, maar de afgelopen week heb ik een uitzondering gemaakt voor het Cryptowoordenboek van cryptogrammenmaker Jan Meulendijks (onder andere wekelijks in de Volkskrant te vinden) en zijn kompaan Bart Schuil (samen zijn ze verantwoordelijk voor heel wat puzzelspelletjes op televisie). Vooral omdat ik zo benieuwd was wat het voor boek zou kunnen zijn.
Een paar jaar geleden verscheen het aardige en leerzame boekje Cryptogrammatica. Het was van de hand van dr. Verschuyl, de man die een lange reeks zeer goedverkopende puzzelwoordenboeken op zijn naam heeft staan. De onder meer door tv-spelletjes gestaag groeiende populariteit van het cryptogram had zijn uitgever ertoe gebracht Verschuyl te vragen een cryptogrammenwoordenboek te maken. Verschuyl wist meteen dat dat niet kon: de lol van een cryptogram is nu juist dat er geen standaardoplossing is. Het is een ingenieus spelletje met de vorm en betekenis van woorden, waar overigens wel systeem achter zit. Dat systeem beschreef Verschuyl vervolgens in Cryptogrammatica, nog altijd verplicht leesvoer voor de cryptogrammenliefhebber en iedereen die dat wil worden.
Een goed cryptogram maakt dat je onverwachte verbanden moet leggen. Hoe kun je iets onverwachts nou opzoeken in een woordenboek? Dat kan ook niet echt. Met een gewone kruiswoordpuzzel is het anders. Die laat je eigenlijk alleen maar zoeken naar synoniemen: ‘krengen’ zijn ‘lijken’ en ‘loyaal’ is ‘trouw’. Maar ‘lijken’ en ‘trouw’ laten zich ook cryptisch omschrijven. Jan Meulendijks doet dat bijvoorbeeld met “schijnen er geweest te zijn’ (‘schijnen’ is ‘lijken’, en als je er geweest bent, ben je een lijk) en ‘blijf geen vrijgezel en neem een krant!’ (dus: trouw!). Nu staan ‘lijken’ en ‘trouw’ inderdaad in Meulendijks Cryptowoordenboek, maar hoe komt de cryptogrammenoplosser daar? Het boek is alleen een lijst woorden. Ze staan gerangschikt op lengte: eerst de drieletterwoorden (van ‘aai’ tot ‘zus’), dan de vierletterwoorden (‘aalt’ tot ‘zwik’) enzovoort, tot en met uiteindelijk het vijfentwintigletterwoord ‘ontwikkelingssamenwerking’. Daarna volgen alle woorden nog een keer, alleen nu achterwaarts alfabetisch: de drieletterwoorden lopen daar van ‘ada’ tot ‘fez’.
De woorden hebben gemeen dat je er een cryptische omschrijving van kunt geven. Als je de begin- of de eindletter van een oplossing al weet, dan kun je met wat geluk wel iets hebben aan dit woordenboek, maar om zonder andere aanwijzingen ‘lijken’ of ‘trouw’ te vinden, zou je alle vijfletterwoorden moeten doorlezen. Daarbij moet je dan telkens bedenken of een woord misschien de oplossing voor je cryptogram kan zijn. Nogal vervelend, en ik blijf erbij: niet sportief. Op lengte gerangschikte woorden vind je trouwens ook achterin vrijwel elk puzzelwoordenboek, zij het niet achterwaarts alfabetisch. Wel is het Cryptowoordenboek goed te gebruiken voor wie zijn creativiteit eens andersom wil inzetten, en zelf cryptogrammen wil maken.
Wie dat wil, moet gelijk ook maar dr. Verschuyls nieuwste boek aanschaffen. Anagrammen heet het, en dat zijn het ook. De leukste exemplaren, zoals Verschuyl zelf al aangeeft in zijn korte maar verhelderende inleiding, zijn die waarvan het lijkt of er een diepere betekenis achter zit. Daar zijn de mooiste cryptogrammen van te maken. Dat ‘magnetisch’ en ‘mensachtig’ met dezelfde letters worden geschreven heeft een zekere aantrekkingskracht, al is het natuurlijk volstrekt toevallig.
Zo is het ook met ‘rolslang’ en ‘glansrol’, ‘puristen’ en ‘spruiten’, ‘ronddwalen’ en ‘wonderland’. Het zijn opnieuw de onverwachte verbanden die de woordenfanaat plezier schenken. ‘Elan en ‘smaak’ worden samen ‘namaaksel’ ‘troef’, ‘snoep’ en ‘hiel’ leiden tot ‘onheilsprofeet’. Het slaat nergens op, maar toch is het aangenaam bladeren in Anagrammen. En onsportievelingen kunnen het natuurlijk ook proberen te gebruiken bij het oplossen van cryptogrammen.