door Liesbeth Koenen ©
07-06-1988
NRC Handelsblad

Achterpagina

Première

Het gaat om een ‘geluidsbioscoop’ lees ik in de Uitkrant van Amsterdam. Maximaal vijftig bezoekers per voorstelling zullen liggend in de duisternis van de Melkweg de prachtigste dingen beleven, want door de muziek zal de projector in hun hoofd als een razende gaan werken. Beelden die heel tastbaar zijn en ongelooflijk sterk, wordt ons door Willem de Ridder en Rabotnik TV .

Dat wil ik meemaken. Ik ga de tweede avond. Om half negen blijkt dat ‘we vanavond om negen uur beginnen’. Ik koop vast een kaartje (f7,50 voor de ‘ongekende ervaring’, meldt het affiche) en ga koffie drinken.

Om negen uur ‘gaat het nog tien minuten duren’. Intussen blijkt dat we vanavond de première zullen beleven: gisteren is de ene na de andere voorstelling afgelast. Om kwart over negen verschijnt er een in veel zwart en bloot gehulde dame in de deuropening van de zaal. ‘Het is allemaal heel erg moeilijk,’zegt ze eerbiedig, en daarom wordt de voorstelling uitgesteld tot tien uur.

Ik ga een borrel drinken en denk aan de slogan van de voorstelling: ‘De bioscoop van de toekomst’. Even na tienen blijkt het handjevol mensen van straks een kleine stoet geworden te zijn. ‘Tweede voorstelling vanavond om 10 uur,’ staat er op de deur. We gaan naar binnen en vangen een glimp op van de nog driftig fröbelende technici.

Verschrikt kijken ze op en nog voordat we de uitgespreide matjes bereikt hebben komt ons weer een andere dame tegemoet. Of we buiten willen wachten. ‘Waarop?’, vragen we. ‘Komt er nu echt een voorstelling?’ Dat hadden we niet moeten doen. Nu is de dame beledigd. ‘we doen ons best,’ zegt ze pinnig.

Ik weet niet of het nog gelukt is Het Sonortheatrum zijn première te laten beleven. Voorlopig kan ik maar een ding concluderen: geen gehoor.