door Liesbeth Koenen ©
19-03-2016
de Telegraaf
(rubriek: Taal!)

Taal!

Poortwoord

Woorden, ach, het zijn soms net levende wezens. Ze vliegen uit. Ze delen en vermenigvuldigen zich. Passen zich aan. Houden intussen kleine stukjes van hun eigen DNA.

Neem nou landschap. Doodgewoon woord. Maar een maanschap? Een zeeschap of een stadsschap? Nee. Kennen wij niet.

In het Engels heb je die wel. En dat ‘moonscape’, ‘seascape’ en ‘cityscape’ bestaan, komt door het Nederlands. Want ‘landschap’ kwam als ‘landscape’ in het Engels terecht. Van ons geleend dus. En een beetje aangepast. Net als rucksack (van rugzak) en boss (baas) en cookie (koekje).

Ze wisten daar natuurlijk niet dat je dat -schap in het Nederlands voortdurend tegenkomt. Van vriendschap, gereedschap en kampioenschap via blijdschap en weddenschap tot en met het oer-Hollandse koopmanschap en medezeggenschap. Dat -scape van ‘landscape’ plakken ze daarom alleen vast aan woorden die een beetje doen denken aan ‘land’.

Woorden verwateren ook. Neem Watergate, oorspronkelijk een hotel in Washington dat vertaald  ‘Waterpoort’ heet. Het bestaat trouwens nog en is toevallig net weer open, begreep ik (kamers vanaf 620 dollar per nacht).

Ik denk dat intussen nogal wat mensen niet goed meer weten dat de Amerikaanse president Nixon zich uiteindelijk gedwongen zag af te treden nadat in 1972 republikeinen inbraken in dat hotel om de democraten af te luisteren. Dat werd het Watergate-schandaal.

Daarna gebeurde er iets opmerkelijks. ‘Gate’ uit Watergate ging een eigen leven leiden. Of nou ja,  het werd een vorm van samenleven: als je het ergens achter plakte betekende het voortaan ‘schandaal’.

Zo kreeg je Irangate. Dat ging over Reagans stiekeme wapenleveranties aan Iran. Net als Watergate een uiterst serieuze aangelegenheid.

Maar Nipplegate, naar de blote tv-tepel van Janet Jackson, was al een heel wat luchtiger zaak, al zien Amerikanen dat geloof ik vaak anders. Wij deden het hier bijvoorbeeld met Onnogate. Naar Onno Hoes, de burgemeester die zijn versierwerk niet achter gesloten deuren deed.

Intussen is elk relletje ogenblikkelijk een gate. Net hadden we nog een booby-  en een rokjesgate. Blote borsten op een studentenblad, bijna-blotebillen op een stadsdeelkantoor.

Allebei in Amsterdam. Ze moesten uit zicht. Van de Hogeschool Amsterdam, en van een teamleidster.

Onze eerdere boobygate  – Eva Jinek die als journaallezeres in beeld haar decolleté schikte – was gezelliger.