Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)
Deze week
Ouwelullengedachten
De kapper op zaterdagmiddag. Het breekbare dametje van ergens in de zeventig vraagt voorzichtig of de muziek wat ouderwetser mag. Prompt voldoen de jonge dingen die er wassen, knippen en verven blijmoedig aan dat verzoek, en zetten Madonna voor haar op.
Daar moest ik – ik kon het niet helpen – al even prompt erg hard om lachen. Als je erin geboren bent, zijn de jaren tachtig natuurlijk heel ouderwets.
Intussen voelde ik me daar in mijn kappersstoel toch licht gemangeld. Alsof ik in een nieuwe tussen-tafellaken-en-servet-fase zit. Ik herinner me de entree naar de puberteit levendig. Zo op je dertiende kun je enerzijds nog geheel tot pure kinderlijkheid vervalllen (dom giechelen of dom ruziemaken met m’n kleine broertje), maar heb je tegelijk uiterst volwassen problemen en gevoelens (serieuze verliefdheid, echte akelige eenzaamheid).
Nu trekt mijn hart aan de ene kant nog steeds naar dat zorgeloze jeugdige, dat de volumeknop steevast gevaarlijk ver open wil zetten. Dat zo’n aangenaam laagje vrolijke onkwetsbaarheid met zich meebrengt. Maar ik voel anderzijds ook al erg mee met een oude dame in wier oren Madonna waarschijnlijk niet anders klinkt dan de hedendaagse vormeloze boemboemnummers in de mijne. Trouwens, eigenlijk is Madonna, al is ze toevallig exact even oud als ik, al van ‘na mijn tijd’. Achteraf blijkt ‘je tijd’ verdomd kort te duren.
Dat het onontkoombaar is dat je daarna een ouwe lul wordt, heb ik inmiddels begrepen. Ook al snap ik het waarom niet helemaal: iedereen doet ’t.
Maar ik behoud me het recht voor me te verzetten. Bijvoorbeeld tegen het zich opdringende gevoel dat veel vroeger beter was. Dat mag ik niet zomaar denken van mezelf.
Dus oefen ik van tijd tot tijd in het verzinnen van dingen die absolute aanwinsten zijn, en die nog niet bestonden toen ik klein was.
Simpele, zoals de wandeltelefoon. Nee, niet het mobieltje, dat blijf ik stiekem een enorm onding vinden (ja, ouwe lul), maar gewoon de snoerloze hoorn die je thuis hebt. En die je nu toestaat onder het bellen een borrel te halen of het houtwerk en de tegeltjes af te nemen. Het is mijn grootste huishoudelijke hulp.
en hele grote is natuurlijk de pc (heb ik bijna twintig jaar in huis) en in het kielzog daarvan het internet en e-mail (bijna tien jaar). Juist omdat ik me m’n leven zonder die dingen niet zo goed meer in kan denken, moet ik mezelf soms vertellen hoe heerlijk en handig het is dat ze ze hebben uitgevonden.
Maar ik weet ook nog dat ‘hokken’ (voor de jonge lezertjes: ongetrouwd samenwonen) een schande was en homo’s hele rare wezens waren. Ik mocht de eerste klassen van mijn lagere school geen lange broek aan, en als je niet naar de kerk ging op zondagochtend kon je niet echt deugen. Net op tijd werden aantrekken wat je wou, vrijen met allerlei mensen van elke kunne, lekker atheïst zijn, alleen blijven wonen en geen kinderen wensen geaccepteerd.
En dat ik me nou net over dit soort zaken tegenwoordig wel eens zorgen maak voor de toekomst, ach, dat zullen wel bangige ouwelullengedachten zijn.