NRC Handelsblad, NRC Next
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)
Deze week spreekt… Harry Oosterhuis
Netjes rechtop fietsen
Fietsen is in hier zo gewoon, dat we te weinig oog hebben voor de typisch Nederlandse bijzonderheden, zegt historicus Harry Oosterhuis (1958) van de faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen aan de Universiteit Maastricht. Hij onderzoekt de sociaal-culturele en politieke achtergronden van het Nederlandse fietsen.
Wij fietsen hier anders dan ze elders doen?
Om te beginnen wordt er gemiddeld veel meer gefietst. En echt iedereen doet het. Leden van het koninklijk huis laten zich graag op de fiets zien. Maar in Duitsland bijvoorbeeld is fietsen een politieke daad. ‘Kijk eens, ik ben groen en links,’ zeg je daar als het ware. In Amerika is de fiets nauwelijks een transportmiddel. Fietsen is een sport. Of het is een stuk speelgoed voor kinderen.
Dat het hier vlak is en we een gematigd klimaat hebben, kan maar een deel van de reden zijn.
Hoe komt het dan?
De beeldvorming bij de introductie heeft veel effect gehad. De ANWB, opgericht als Wielrijdersbond, was een burgerlijk liberale club, die de fiets van meet af aan propageerde als een degelijk en fatsoenlijk nationaal vervoermiddel. Zodra de fiets goedkoper werd, daalde in andere landen de status onder de burgerij. Maar hier bleef die fietsen, samen met de arbeider.
Ook kwamen er mede dankzij de ANWB al snel veel fietspaden en andere infrastructuur. Buitenlanders kijken nog steeds op van de fietsstoplichten hier.
De fietslobby in Engeland bijvoorbeeld maakte indertijd een ernstige miscalculatie door te stellen dat iedereen evenveel recht had op de weg. Maar zonder fietspaden vinden ouders het veel te gevaarlijk hun kinderen op de fiets naar school te sturen. En in Londen begeef je je als fietser nu nog ongeveer in een oorlog, zo hard moet je vechten voor je plaats op de weg.
Maar bij ons mochten er weer geen wielerwedstrijden op de weg gehouden worden. Daarom zijn we geen wielrenland geworden. Wielrennen was de eerste toeschouwersport en dat massa-amusement was ook niet helemaal respectabel.
En ons type fiets sluit daar ook bij aan?
Ja, de techniek blijkt niet doorslaggevend. Licht voorover gebogen fietsen is veel efficiënter, maar onze fietsen zijn gemaakt op rechtop zitten. Vanwege die degelijkheid en het fatsoen. ‘Rust in beweging’ moest het uitstralen. Je moet er ook in driedelig grijs op kunnen, denk maar aan Donner. En voor vrouwen is er die lage instap, wat een fiets veel minder stabiel maakt.
Had de fiets nog andere maatschappelijke gevolgen?
Fietsen is belangrijk geweest voor het ontstaan van het toerisme. Je kon ineens je eigen land ontdekken. Dat leidde in het begin wel tot confrontaties tussen stad en land. Dorpelingen stuurden de honden erop af, of gooiden stenen naar die stadse snuiters, die hun veilige besloten wereld binnenkwamen.
Maar de fiets zorgde ook voor horizonverbreding. Stel je maar voor wat het betekende voor een boerenzoon in Gelderland dat hij ineens onderwijs kon gaan volgen in een stad twintig kilometer verderop.
Vanavond spreekt dr. Harry Oosterhuis over de ‘Geschiedenis van het fietsen in Nederland’. 19.30 uur. Bovenzaal Noordelijk Scheepvaartmuseum, Brugstraat 24-26 Groningen. Toegang: € 4,-
‘Degelijk rechtop fietsen’ zette NRC Next ’s ochtends boven dit stuk.