NRC Handelsblad
Mevrouw is dood
Mevrouw, ik groet u. Necrologieën van vrouwen Samengesteld en ingeleid door Emma Brunt 200 blz., geïll., Thomas Rap 1987 F 35,- ISBN: 90-6005-262-5
Dappere dames, veile vrouwen, kankerende kenaus, wilde wijven? Zeg maar wat u zoekt, alle types zijn te vinden in de necrologieen van vrouwen die Emma Brunt onlangs onder de titel Mevrouw, ik groet u verzamelde.
Hoewel, de vrolijke vrouwen zijn zo te zien wat ondervertegenwoordigd. Het lijkt wel of voldoende bekendheid verwerven voor een necrologie in krant of tijdschrift, moet samengaan met een moeilijk, een opofferend, of toch tenminste een ‘voorvechtersbestaan’.
Brunts collectie is om drie redenen de moeite van het lezen waard. We kunnen kennis maken met ruim veertig vrouwen die in ieder geval geen van allen een doorsnee leven geleid hebben. Sommigen van hen zijn nog steeds beroemd (Aletta Jacobs, Carry van Bruggen, Haya van Someren-Downer, Mathilde Willink), van anderen (Rosa Manus, Jacoba van Heemskerck, Gesina van der Molen) hoorde ik eerlijk gezegd voor het eerst.
De biografieën (want dat zijn het natuurlijk meestal) bevatten gekke details. Over het inlevingsvermogen van Ank van der Moer bijvoorbeeld, die door haar rol in ‘Virginia Woolf’ een kettingrookster werd! Of over Annie Romein die in Leiden als ze met Jan langs een terrasje wandelde nageroepen werd met “ha, het vrije huwelijk”.
Met de meeste van die dames zou je, net als Brunt trouwens, graag een keertje kennis maken. Al was het maar om te zien in hoeverre het beeld dat bij hun dood geschetst werd, klopte met de werkelijkheid.
Dat is een andere interessante kant van Mevrouw, ik groet u: tussen de regels door vallen er soms vreemde dingen te lezen. Brunt geeft er in haar inleiding een paar voorbeelden van. Wat te denken van de kinderarts Cornelia de Lange die ‘alleen’ heette te leven, maar ineens wel dertig jaar samengewoond bleek te hebben met een vriendin? En mejuffrouw Kersbergen, wilde die soms zo graag het klooster in vanwege een ongelukkige liefde?
Deze verzameling geeft ook een goed van de grote verandering in stijl die necrologieën blijkbaar doorgemaakt hebben. Nog in 1951 begon men in het Algemeen Handelsblad zo: “Een ontroerend bericht: Maria Viola is heengegaan. De ragfijne geest, die in de laatste jaren reeds begon te doven, is uit het tengere lichaam ontvloden.” Marguerite Yourcenar werd onlangs wel anders herdacht.
Naast dit alles is het boek gewoon aangenaam leesvoer, een soort bloemlezing met interviews, gedichten, proza en journalistiek werk. Dikwijls zijn de stukjes ontroerend, dat brengt het onderwerp met zich mee, en bij vlagen wordt het zelfs grappig.
Zo publiceerde de Telegraaf na de zelfmoord van Mathilde Willink een brief van Anton Heyboer aan Henk van der Meyden, die aldus begint: “Henk, De Telegraaf komt overal. Dus Mathilde zal dit zeker lezen.” Waarna een verslag volgt over hoe hij Mathilde geprobeerd heeft “vrij te maken”, net als zijn andere meisjes.
Prachtig tenslotte, zijn de paginagrote foto’s, die soms meer duidelijk maken dan de teksten. Esther de Boer-Van Rijk moet je gezien hebben om te begrijpen dat ze triomfen vierde als Kniertje (“de vis wordt duur betaald”).
Noot: De laatste alinea’s ontbraken toen deze recensie verscheen. Merkwaardigerwijs had de eindredactie er een lang citaat van Rudi Wester over Yourcenar voor in de plaats gezet.