NRC Handelsblad, NRC Next
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)
Deze week spreekt…Rob van Gent
Kerstverhaal getoetst
Drie koningen werden in het jaar 1 door een ster naar Bethlehem geleid, waar ze de pasgeboren baby Jezus Christus aantroffen. Dat is het verhaal. Welke werkelijkheid daarachter kan zitten, zocht sterrenkundige Rob van Gent (1953) uit. Aan de universiteit van Utrecht onderzoekt hij onder meer de geschiedenis van zijn vak, en die van kalenders.
De drie koningen en de ster komen toch uit de bijbel?
Het is een bekend verhaal voor christenen, ja. Maar in de moderne versie zit een heleboel herinterpretatie. In de vier evangeliën van het Nieuwe Testament vind je er alleen bij Mattheüs iets over. Die spreekt over ‘wijzen uit het oosten’, zonder een aantal. In afbeeldingen in de vroegchristelijke kunst van de vierde, vijfde eeuw zijn het standaard drie koningen geworden. Misschien drie vanwege de drie geschenken goud, wierook en mirre, die Mattheüs wel noemt. Anders zou de rest niks hebben meegebracht. En in het Oude Testament is sprake van ‘koningen’ die de nieuwe Messias zullen komen vereren. Hun namen Caspar, Balthazar en Melchior dateren dus van later, net als de interpretatie dat ze het hele mensdom vertegenwoordigden. De os en de ezel zijn trouwens ook een latere bijvoeging. In de kunst is dat allemaal goed te volgen.
En de ster?
Die wordt wel genoemd, en zelfs de beroemde sterrenkundige Kepler hield zich in de zeventiende eeuw al bezig met wat dat verschijnsel geweest kan zijn. Daarvoor moet je eerst weten wanneer het precies was. Maar kijk je naar 25 december van het jaar 1, wat je het eerst zou denken, dan kom je in de problemen. Die datum wordt nergens genoemd, het is een latere Christelijke interpretatie van een Romeinse feestdag: de kortste dag van het jaar, die de geboorte van de zonnegod aankondigde. Het jaar klopt ook niet. Onze jaartelling is pas in de zesde eeuw ingevoerd, en Dionysus Exiguus, die de tabellen voor de paasberekeningen uit Oost- en West-Romeinse rijk op een lijn moest brengen, heeft een fout gemaakt. Waarschijnlijk viel het jaar 1 in 4, 5 of 6 voor Christus.
Is daar wel een hemelverschijnsel bij te vinden?
Er zijn theorieën genoeg. Het zou een samenstand van twee planeten kunnen zijn. Of een komeet, of een supernova: het exploderen van een ster. Maar precies voor die periode ontbreken veel bronnen. Van de geschiedschrijvingen van Livius en Tacitus is dat deel verloren geraakt, en ook de Chinese bronnen hebben net niet het jaar dat je zou willen zien.
En de wijzen?
We weten het niet. Woonden die in het oosten? Of ging het om de oostelijke hemel? Goede kandidaten zijn de Babylonische priester-astrologen. Van hen is pas vanaf 1850 wat meer bekend. Ze bleven hun bevindingen tot ongeveer 75 na Christus op kleitabletten in spijkerschrift schrijven. Maar ook bij hen ontbreken cruciale jaren. Anderzijds is die onzekerheid maar goed ook. Anders zou het hele mysterie verdwenen zijn.
Tweede Kerstdag spreekt dr. Rob van Gent over ‘De Ster van Bethlehem’. 14.00 uur. Museum Boerhaave, Lange St. Agnietenstraat 10 Leiden. Toegang: museumkaartje.
‘Wijzen uit het oosten’ kopte NRC Next ’s ochtends.