door Liesbeth Koenen ©
04-2002, nr. 67
Akademie Nieuws

Akademiepenning-winnaar J.R. Ritman, stichter van de Bibliotheca Philosophica Hermetica:

“Het was of ik de hartslag van de eeuwigheid hoorde”

 

De unieke en kostbare collecties van de Bibliotheca Philosophica Hermetica van de Amsterdammer J.R. Ritman vormen het belangrijkste deel van diens bijdragen aan de Nederlandse wetenschappen die hem nu de Akademiepenning opleveren. Ritman besteedde de winsten van zijn bedrijf in wegwerpservies voor de luchtvaart als een hedendaagse Lorenzo of Cosimo de Medici aan kunst en vooral aan de prachtigste boeken. En hij heeft ook een missie.

Glans, schittering, spiegeling. Bij de rondgang door het kantoor van zakenman, rozenkruiser en bibliotheekstichter Joost Ruben Ritman, wordt het oog er onweerstaanbaar naartoe getrokken. Het zeventiende eeuwse pand aan de Bloemgracht in Amsterdam is van binnen grotendeels bekleed met blinkend nieuw marmer. Ook Ritmans eigen bureau is gemaakt van reflecterend materiaal, en op een wel heel uitgekiende plek gezet: Ritman werkt ongeveer aan de voet van de Westertoren, maar ziet juist altijd de top van dit Amsterdamse symbool weerkaatst in zijn werkblad. Op deze zonnige voorjaarsdag is het een betoverend en ook bevreemdend gezicht.

Licht en duister wisselen elkaar ook af. Aansluitend aan een in oude staat teruggebrachte kamer vol zware, donkerbruine lambriseringen en gebrandschilderde glas-in-loodruitjes heeft Ritman (61) een ronde ruimte met een lichtkoepel laten bouwen. In de nok een carillon, dat even later zal spelen. “Dat hoort echt hier, in hartje Amsterdam, vindt u niet?”, zegt Ritman met zichtbaar plezier. In het midden, omringd door witmarmeren zuilen staat een kopie van Giam Bologna’s ranke Hermes, de Griekse god met de vleugeltjes aan zijn voeten.

Geen toeval

Dat is geen toeval, zoals niets dat is in Ritmans universum. We praten omdat dit jaar de zilveren Akademiepenning, bedoeld voor ‘personen die zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt voor de bloei van de wetenschappen in Nederland’ aan hem is toegekend. De KNAW wil Ritman daarmee eren als schepper van de Bibliotheca Philosophica Hermetica, en als mecenas van de Nederlandse wetenschap en cultuur (zo droeg Ritman bij aan de restauratie van de Westerkerk).

De wetenschappelijke bibliotheek, waarmee Ritman in 1957 een begin maakte, ging in 1984 open voor publiek, en staat sinds 1994 op de lijst van beschermd Nederlands cultuurbezit. Jarenlang, tot aan 2000, heeft Ritman een strijd gevoerd tegen de ING Bank om zijn befaamde collectie te kunnen behouden, en waren hij en zijn bibliotheek veelvuldig in het nieuws. Maar dat is allemaal voorbij, en hij heeft duidelijk geen behoefte het er nog eens over te hebben. Zijn adembenemende verzameling van zo’n 20.000 filosofische en religieuze boeken en handschriften is veiliggesteld.

Ze bevinden zich in wat Ritman het “hermetisch vierkant” noemt: een compleet huizenblok aan de Bloemgracht, Prinsengracht en Bloemstraat, waaronder zijn eigen geboortehuis. De term ‘hermetisch’, ook in de naam van de bibliotheek, wekt op het eerste gezicht wat verwondering voor een man en een instelling die er juist alles aan doen eeuwen-, zelfs meer dan een millennium oude bronnen in de openbaarheid te brengen. Maar het woord is afgeleid van Hermes, om precies te zijn van ‘Hermes Trismegistus’, ofwel ‘de driewerfgrote Hermes’, auteur van het Corpus Hermeticum, een verzameling geschriften uit de late oudheid.

Het hermetisch opene

Deze Hermes is geen historische figuur, maar een mythische, waarin de Griekse Hermes en de Egyptische god Toth samenkomen. Ritman noemt de geschriften en die van andere Hermetische filosofen bronnen van wijsheid, van universele kennis, die door allerlei oorzaken steeds weer uit het zicht verdwenen, zoek raakten. Hij ziet het als zijn taak voor het ‘hermetisch opene’ te zorgen. Met zijn bibliotheek, met tentoonstellingen over de hele wereld.

De Hermetica heeft in de westerse cultuurgeschiedenis een veel grotere doorwerking gehad dan over het algemeen bekend is, het behoort tot de wortels van de renaissance . Maar waar draait het gedachtegoed om? Ritman vertelt er graag, bijna lyrisch over: “Het gaat om het goddelijke in het alles, om de samenhang tussen microkosmos en macrokosmos. ‘Wie zichzelf kent, kent het al’ is een heel bekend axioma. Met mijn bibliotheek wil ik de samenhang laten zien tussen zintuiglijke waarneming tegenover innerlijke gevoelsverwerking. Alleen de vijf zintuigen zijn niet genoeg. Het gaat erom dat je begrijpt wat je ziet en er iets mee doet. Dat is waar het in de kunst, de wetenschap en de religie om gaat. En de mens is de verbindende schakel tussen alles.”

En die heeft dan ook een opdracht, is Ritmans stellige overtuiging, ook als rozenkruiser. De  rozenkruisers ontstonden vier eeuwen geleden als een beweging die allerlei waarden wilde reformeren, maar vooral een innerlijke verandering van de mens voorstond. Hun ideeën leidden deels tot de theosofie en de antroposofie, maar ook de beweging zelf bestaat nog steeds, en vereist van de degenen die ertoe behoren “enige discipline” zoals Ritman het uitdrukt: “Ik ben geheelonthouder, vegetariër, rook niet, en eten doe ik om te leven, niet andersom.”

Ontspoord

Ritman denkt dat tijd rijp is om de universele wijsheden van de Hermetica weer ingang te doen vinden. “We zijn de laatste honderd jaar toch een beetje van God losgeraakt”, zegt hij. “Wetenschappelijk zijn we nogal ontspoord, en als je kijkt wat we met moeder aarde hebben uitgevoerd is dat bar en boos. We moeten terug naar schone, lucht, schone aarde, schoon water, en schoon vuur. Met niet-schoon vuur bedoel ik kernenergie. Bij de klassieken was alles nog ondergeschikt aan de wetmatigheden van de vier elementen. Daarna is de mens zelf doorgegaan en de oorsprong vergeten.”

Voor hemzelf begon het allemaal toen hij zestien was. “Ik wil nog net niet zeggen dat ik in het bad zat en ‘Eureka’ riep”, lacht hij, “maar zoiets was het wel.” Ritman herinnert zich het moment nog haarscherp, en als rechtgeaarde Amsterdamse jongen zat hij op de fiets toen het gebeurde. Onderweg naar het Leidse Plein, vanaf zijn school aan de Nieuwe Looiersstraat. “Plotseling werd ik wakker. Het was of ik de hartslag van de eeuwigheid hoorde. Ik zag een samenhangend verband tussen alles wat leeft. Het gaat om dezelfde energie, dezelfde ‘sapstroom’ noem ik het altijd maar. Het was een moment van stilte dat sterker was dan alle herrie eromheen, en ik wist: hier heb ik iets te pakken. Dit is een oproep naar iets dat ik innerlijk al wist. Toen ben ik begonnen om me heen te kijken en ik ben op reis gegaan. In het zuiden van Frankrijk is het begin van de bibliotheek ontstaan.”

Ritman ziet allerlei lijnen lopen uit de oudheid en Byzantium, via Florence en Venetië in de renaissance, en het zeventiende eeuwse Amsterdam naar nu. Zo redde de Venetiaanse kardinaal Bessarion bij de val van Constantinopel vele Hermetica-handschriften, zorgde hij voor vertalingen in het Latijn, waardoor de invloed van de erin vervatte denkbeelden verder kon. In de vijftiende eeuw was er in Italië, bij het ontstaan van de renaissance een vergelijkbaar klimaat als in het Amsterdam van de zeventiende eeuw. Ritman: “Het juk kon afgeworpen, er was ruimte voor nieuwe denkbeelden. Wat mij ongelooflijk ging boeien was dat ik erachter kwam dat alles wat er gaande was in Europa in Amsterdam gedrukt werd. Alle literatuur.Van binnen- maar ook van buitenlandse auteurs. Het was hier een vrijplaats, waar vrijheid van de pers heerste. Het laatste vacuüm in Europa”

Juist in dezelfde buurt waar we ons bevinden was heel veel gaande. We gaan naar buiten. Ritman loopt, wijst, en groet en passant even zijn kleindochter die net uit een van de huizen komt. “Ik heb zeven kinderen en vijftien kleinkinderen” vertelt hij met onverholen trots. Maar verder gaat het met verhalen over Bruno die door de inquisitie veroordeeld werd voor de inzichten die hij deels uit de Hermetica had opgedaan. Ritman: “Het was een voortzetting van Copernicus, hij was tot het inzicht gekomen dat de aarde om de zon draaide, en dat was tegen de kerkleer”. Bruno werd op het Piazza dei Fori, vertaald: het Bloemenplein in Rome op de brandstapel gezet. “En nu zijn we hier op de Bloemgracht, en staat hier de bibliotheek”, zegt Ritman stralend. Nee, toevallig is dat niet, want toeval bestaat niet. 

Zo is er veel meer op en rond dit punt in de stad gebeurd. Ritman: “De gebroeders Blaaue maakten daar hun kaarten. Het was de tijd van de VOC en dat alles in kaart werd gebracht. En even verderop zat Rembrandt. Nederland was ook enorm vooraanstaand in de wetenschap toen.”

De rondleiding door de bibliotheek, ook het deel met de incunabelen en handschriften dat niet voor het publiek toegankelijk is, is bijna duizelingwekkend. Zo veel, en zo veel bijzonders. Opdrachtexemplaren van Lorenzo de Medici, de Roman van de Roos, Geheime Rozenkruisers. En vaak de schitterendste tekeningen, miniaturen en andere verluchtigingen. In zwart, maar ook heel veel in kleur. “Als mijn kinderen over stripboeken beginnen, zeg ik altijd dat ik het eerste stripboek heb”, zegt Ritman, bladerend door een uiterst kostbaar boek dat geheel uit tekeningen bestaat. 

Alle panden gaan we af. Het hele hermetisch blok, ook langs het huis waar hij trouwde en dat waar zijn eigen uitgeverij ‘In de Pelikaan’ geboren werd. Trappen en trapjes op, trappen en trapjes af. Hier de Hermetica, daar de Alchemie, de Rozenkruisers, de Mystiek. Dat zijn de vier hoofdverzamelgebieden. Allemaal onderwerpen die met elkaar verbonden zijn. En er is nog veel meer. Van esoterie en vrijmetselarij tot symboliek en William Blake. Om een echt idee te krijgen zijn talloze bibliotheekbezoeken nodig.

We gaan terug naar gelambriseerde kamer uit 1625. Ritman is verguld met de toekenning van de Akademiepenning. “Ik streef geen eredoctoraat na”, zegt hij, “dat spreekt me helemaal niet aan. Maar dit is een erkenning waar ik heel blij mee ben. Ik noem het ook een herkenning. We hebben hier dagelijks contact met vierhonderd instellingen en personen waarmee we kennis uitwisselen. Er is nu aan de Universiteit ook de leerstoel Hermetica, in ’99 hadden we de tentoonstelling in Florence, in 2000 een in Rome, en nu wordt de laatste hand gelegd aan een tentoonstelling over Bessarion die in de Bibliotheca Marciana, aan het San Marcoplein in Venetië te zien zal zijn.” Ritman klinkt tevreden. Hij heeft veel bereikt, vaak tegen de stroom in. “Ik ben nooit opzij gegaan voor agressie”, zegt hij tot slot glimlachend.

Het bezoekadres van de Bibliotheca Philosophica Hermetica is Bloemstraat 13-19 in Amsterdam. Telefoon: 020-6258079 of 020-6259096, fax: 020-6200973, e-mail: bhp@ritmanlibrary.nl. Geopend van maandag tot en met vrijdag van 9.30 uur tot 17.00 uur (maar tussen half een en half twee gesloten, en tevoren een afspraak maken wordt op prijs gesteld). Tentoonstelling tot 31 mei: ‘De Schepping in focus, Platonische, Gnostische, Joods-Christelijke en Hermetische scheppingsverhalen in handschriften en oude drukken uit eigen bezit’. Meer informatie op www.ritmanlibrary.nl.