Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)
Deze week
Het mirakel van taal
Nou, dat komt goed uit. Het nieuwe nieuws van 2005 lijkt zo sprekend op het oude (Israël is Gaza binnengevallen, tientallen doden in Irak, paus roept op tot vrede, dodental Azië stijgt) dat we het daar niet van moeten hebben. Is ook veel te deprimerend allemaal. Deze week daarom maar eens een stukje over iets dat niet stuk te krijgen is, of althans zelfs onder de meest erbarmelijke omstandigheden nog een uitweg weet te vinden: ons taalvermogen.
Ook al omdat er een goeie kans is dat u iets dergelijks hier verwacht. Met dank aan de webredactie van Onze Taal en de redactie van de elektronische nieuwsbrief Taalpost, die Peptalks op oudejaarsdag uitriepen tot nummer 1 in de categorie populair-wetenschappelijke taalwebsites. Jippie!
Sindsdien stroomt u van heinde en ver toe, dus laat me u gauw vertellen van het taalmirakel dat de Amerikaanse psychologe Susan Goldin-Meadow al tientallen jaren onderzoekt, en waarover ik toevallig net aan het lezen ben (boeiende dingen doorvertellen is volgens mij wat je maar het beste onder de vaak slechtbegrepen term ‘populair-wetenschappelijk’ kunt verstaan). Er zit nogal een gruwelijke kant aan de basis van Goldin-Meadows research. Het gaat over peuters en kleuters die zonder taal opgroeien. Omdat hun overigens liefhebbende ouders niet beter wisten. De kinderen in kwestie zijn zo doof, dat ze niks horen van wat hun ouders en andere mensen zeggen, en de ouders wisten niet dat je ze dan wel prima gebarentaal kunt leren. Die hoopten dat de kleintjes later op school zouden gaan leren praten en liplezen.
Wat nou zo mooi is: die kinderen zijn absoluut niet voor een gat te vangen. Want wat gebeurt er? Je moet in het dagelijks leven wat, dus ouders gaan wel wijzen en dingen uitbeelden en andere gebaren maken. De kinderen ook. Maar die doen het al heel gauw anders dan de ouders. Ze gebruiken bijvoorbeeld vaste gebaren voor hetzelfde begrip. Ze stellen gebaren samen uit verschillende elementen, en net als alle andere kinderen op dezelfde leeftijd gaan ze zinnen bouwen, en zinnen van zinnen maken. Structuur en hiërarchie aanbrengen. Ze proberen als het ware taal te destilleren uit het vrij willekeurige en ongestructureerde aanbod van hun ouders.
En het is niet zo dat die ouders hun eigen gesproken taal mimen. Wat de Amerikaanse kinderen die Goldin-Meadow onderzocht gingen doen, leek niet op Engels. Maar wel sprekend op de gebaren die Chinese kinderen aan de andere kant van de wereld onder dezelfde omstandigheden gingen maken. Ook die deden bijna alles wat alle taallerende kindertjes doen, met dezelfde ‘uitkomsten’ als de Amerikaanse ‘thuis-gebaarders’, zoals ze genoemd worden. Onderzoeksgegevens die een ongekend inzicht in het mirakel van taal bieden.
Volgens Goldin-Meadow is er overigens een rechtstreeks verband tussen de gebaren van de kinderen en het menselijk denkvermogen. Doen u en ik het ook zo. Maar dat moet ik nog eens beter lezen, en daarna moet ik er denk ik nog eens diep over nadenken. Verslag volgt, zo niet hier, dan toch in het grote boek over het menselijk taalvermogen dat Rik Smits en ik dit jaar echt waar heus gaan afmaken. Zo, heb ik u ook meteen mijn goede voornemen voor 2005 verteld.