de Telegraaf
(rubriek: Taal!)
Taal!
Het isme wat
Taalvandaal. Daarvoor werd de VVD van de week online uitgemaakt. Geestig gevonden als reactie op een verkiezingsposter, met daarop een mini-enquêtetje: ‘Wie verdedigt onze vrijheid?’ Je kon kiezen tussen ‘Doener’ en ‘Vandalist’.
‘Vandalist’ was het woord waarover de taalpolitie – altijd paraat op internet – struikelde. Dat moest ‘vandaal’ zijn.
Oké. Maar waarom zou de VVD ‘vandalist’ gebruiken? Als vanzelf ging ik me het hoofd breken over wat -isten voor types zijn. Want het gaat om mensen. En wat voor!
Zo kun je een heel orkest bevolken met isten. Om te beginnen de solist en de (eerste) violist. De harpist en de cellist. Een fluitist en klarinettist. Je hebt de percussionisten, de paukenisten. De hoboïst, trombonist en trompettist spelen samen met de hoornisten. En vooruit, we zetten er ook een accordeonist en gitarist in. En een bassist. Dan hebben we de –fonisten (sousa-, vibra- saxe-) en de piccoloïst nog overgeslagen. Net als de componist.
Alleen al vanwege alle specialisten vind je in de gezondheidszorg ook flink wat isten. Ik kwam hardop denkend op internist, orthopedist, anesthesist, logopedist, mondhygiënist, en kom, ook de diëtist en acupuncturist mogen in dit rijtje.
Het leger kent infanteristen en reservisten. Je hebt daarnaast de zich blootgevende exhibitionist, nudist en naturist.
Maar –isten lijken bovenal aanhangers van wel erg diverse overtuigingen en gedachtegoeden. Van moralisten en monarchisten, via populisten en idealisten, tot atheïsten en ietsisten. Kapitalisten, communisten, fatalisten, optimisten, puristen. Bestaan allemaal.
Ook racisten, fascisten, extremisten, fundamentalisten en terroristen passen in deze hoek. Je hebt de sadist, de narcist, de egoïst. Prettiger zijn de illusionist en cartoonist, de levensgenietende hedonist, en de hobby- en lobbyist.
Helaas voor de taalpolitie: de vandalist komt zoveel voor dat hij de woordenboeken intussen gehaald heeft. De nazist, voor ‘nazi’, is ook onderweg daarheen. Ze hebben iets gemeen. De vandalist en nazist zijn te danken aan de woorden vandalisme en nazisme.
De vraag bij woorden maken is eigenlijk altijd: waaraan kun je iets vastplakken? Of wat neem je als uitgangspunt? En bijna alle ‘ismes’ leveren isten op. Socialisme-socialist, pessimisme-pessimist, en zo verder. Zeg nou zelf, waarom zouden de vandalist en de nazist dan geen bestaansrecht hebben?
Het isme wat. Een hartelijke groet van uw linguïst, journalist en columnist,
Liesbeth Koenen