door Liesbeth Koenen ©
20-06-2005
Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)

Deze week

Het bier is blond

Natuurlijk, ze verstaan me, maar bij elk woord voel ik van top tot teen dat ik raar klink. Automatisch verzacht ik mijn g een beetje, maar ik weet ook wel dat het ’m daar niet in zit. Waarin wel? Hoe werkt het hier? Welke codes-van-thuis doen het wel, en welke niet? Ik vraag het me voortdurend af in de winkels, restaurants en kroegen van Brugge, een buitengewoon charmant stadje met gouden randjes aan de gebouwen en gekloste kantjes aan de kleedjes en bloesjes.

Vlak over de grens is het eigenlijk, en de ober en ik praten allebei Nederlands. Toch verstaat hij ‘warme chocola’ als ik zeg dat we ‘zo graag’ twee pilsjes willen, een misverstand dat vervolgens maar half rechtgezet blijkt te zijn bij de herhaling van de bestelling: warme zomernamiddag of niet, hij komt het terras op wandelen met een pilsje en een kannetje hete choco. Enfin, het leidt allemaal tot vrolijkheid, en eigenlijk is dit de enige keer dat er werkelijk iets even misgaat.

En toch is alles anders. Een pilsje heet hier ‘blond’, en dat moet je er wel even bij vertellen. Wijst een meneer op een terras naar zijn lege kop koffie, dan zingt de serveerster bijna: “Koffietje?” De verkleinwoordjes vallen erg op. Zijn ze hier echt nog erger dan bij ons? Zeker is dat overal ‘frietjes’ bij geserveerd worden, nooit frieten, en dat haringen als ‘Hollandse maatjes’door het leven gaan. Of we ‘knoflookbroodjes’ willen, vraagt de ober die overigens ook overtuigend Engels en Spaans blijkt te spreken.

Het is allemaal volmaakt begrijpelijk, maar bij ons zeggen we het zo niet. In toeristenfolders en in kranten kom je geen alinea ver zonder dat de tekst zichzelf als onmiskenbaar Vlaams verraden heeft. Andere voorzetsels, andere woordvolgorde, andere woorden. De meeste opschriften zijn ook dodelijke weggevers. Er is de wagen van de ‘droogkuis’, in het raam hangt een briefje dat men op zoek is naar een ‘poetsvrouw’ en voor studenten zijn er geen baantjes, maar heel veel ‘jobs’ in de aanbieding. ‘Wegens faling uitverkoop’ staat er bij een boekwinkel. Intussen liggen in de boekwinkels wel precies dezelfde boeken als bij ons.

Prettig is dat een jeugdherberg hier nog gewoon jeugdherberg heet, en de lagere school is nog altijd de lagere school. Maar wat ik graag zou weten: vinden de Vlamingen ons gebruik van ‘je’ en ‘u’ net zo verwarrend als ik het hunne? Voelen zij zich in pakweg Amsterdam net zulke raarpraters als ik in Brugge? En zijn ze intussen even gecharmeerd?