door Liesbeth Koenen ©
13-03-2000
NRC Handelsblad
(rubriek: Zeggen en Schrijven)

Zeggen en Schrijven

Grappen sparen

“Goed, goed, ik ga wel weer het hele weekend wassen”, verzuchtte ik, omdat de schone sokken op bleken te zijn. “Mooi, daar zal het weekend lekker schoon van worden. Vergeet je het niet af te drogen?”, kreeg ik terug.

Ik heb een gloeiende hekel aan vrijwel elke huishoudelijke bezigheid, maar nu was mijn dag goed. “Ha! Dat is er weer een”, antwoordde ik stralend. Want hoewel sparen ook al mijn fort niet is, spaar ik syntactische grappen, grappen die berusten op onze interpretatie van hoe een zin is gebouwd. Omdat ze zo zeldzaam zijn, en omdat het me intrigeert hoe dat komt.

De meeste zijn gek genoeg van precies hetzelfde type. Ze gaan allemaal ongeveer op dit stramien: Komt een klant de kledingwinkel binnen en zegt: ‘Ik wou graag die jurk in de etalage passen’. Antwoordt de winkeljuffrouw: ‘Nou mevrouw, liever niet, daar zouden de mensen die langslopen erg vreemd van opkijken’.

U snapt ’m? Dan kunt u ontleden. Want dit wat tuttige mopje draait helemaal om de vraag waar de voorzetselbepaling ‘in de etalage’ bij hoort. Onze kennis van de wereld zegt meteen: bij ‘die jurk’ natuurlijk, ze zijn samen bedoeld als het lijdend voorwerp van de zin. Maar volgens de grammatica van het Nederlands had ‘in de etalage’ echt net zo goed bij ‘passen’ kunnen horen.

Dat dat werkelijk zo is, valt te zien aan zinnetjes waar je zonder een duidelijke context niet uitkomt. Want wat betekent ‘Ik zag de man met de verrekijker’? Daar is maar een antwoord op: twee verschillende dingen. Ofwel ‘ik’ had een verrekijker, ofwel ‘die man’. Opnieuw gaat het om waar je de voorzetselbepaling – in dit geval ‘met de verrekijker’ – aan ‘vastkoppelt’

Onze woordvolgordemogelijkheden zijn veel groter dan we meestal denken. Juist die dingen met voorzetsels kun je bijna overal neerpoten. Ter illustratie een oefenzinnetje voor de liefhebber: Met een vrolijke lach ging ze in opperbest humeur op onderzoekingstocht door de stad, langs straten, pleinen en grachten. Opdracht: schud de zin op alle manieren door elkaar, maar maak alleen grammaticale zinnen, en hou de vijf voorzetsel-zinsdelen heel (als je op woordniveau gaat husselen komt er helemaal geen eind aan de mogelijkheden). Ontdek dat ze alle vijf het begin van de zin kunnen vormen, al verschuift de betekenis vaak een beetje. Merk onderweg ook op dat het werkwoord in het Nederlands altijd op de tweede positie moet staan, tenzij we een vraag stellen (ging ze‘?).

Sorry, het ging hier over grappen. Die met het lekker wassen van het hele weekend vanwege de vuile sokken, verheugde mij, omdat de clou nou eens niet in een voorzetsel zat. Wel in een verkeerde ontleding. Althans, formeel was het wel in orde – anders viel er niets te lachen – maar ‘het hele weekend’ was natuurlijk bedoeld als een tijdsbepaling, niet als lijdend voorwerp. Een heel geschikt exemplaar voor mijn verzameling dus.

Rest mij nog u over het topstuk in mijn collectie te vertellen. Dat dank ik aan ex-Monty Phyton Michael Palin, die ergens in de jaren negentig een schitterend neurotisch schoolhoofd met een onoverkomelijke bruggenfobie speelde, in een serie die GBH heette. Daarin sprak hij op een goed moment de woorden: ‘I wouldn’t trust bishop Tutu even wearing one’.

Kijk, dat is een pareltje. Een zeer originele grap, die in vertaling zelfs min of meer overeind blijft: ‘Ik zou bisschop Tutu nog niet vertrouwen als hij er eentje aan had’. Jammer alleen dat wij de naam Tutu net iets anders uitspreken dan wanneer we met ‘tutu’ een type danskledij bedoelen.

Hier zit de crux hem in dat het niet kan. Je kunt ‘one’ en ‘eentje’ helemaal niet terug laten slaan op ‘tutu’. Maar dat kunnen we dus wel, al wringt het en wordt het daarom grappig.

Naar analogie hiervan bedacht ik aan een rijk gevulde tafel in Frankrijk het volgende om bij thuiskomst te vertellen: ‘Ik zat in Sancerre en ik dronk het’. Het was nog waar ook. Niet zo mooi als Palins opmerking, geef ik toe, maar toch een aardig verwoorde vakantiebelevenis.
Ach, grappen moet je natuurlijk helemaal niet bewust zelf gaan zitten bedenken. Je moet ze horen, of desnoods lezen. Als u nog een ander soort syntactische grap kent, mag ik hem dan voor mijn verzameling?