door Liesbeth Koenen ©
11-10-2004
Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)

Deze week

Gottegot

Maandagochtend, net aan het werk, de bel. “Wie is daar?”, roep ik niet overdreven vriendelijk het trapgat in. “Mijn naam is Marian.” “Waar komt u voor?” “Nou, voor u.” Argwanend zeg ik: “Wat wilt u van mij?” “Ik wil met u over het woord van God praten”, antwoordt Marian, exact zoals ik al vreesde. Na mijn “Dan bent u volkomen aan het verkeerde adres” vertrekt ze zonder dat we elkaar gezien hebben.

Meestal word ik nogal giftig van Godswoordverkopers aan de deur, maar dit keer overviel me een vermoeide treurnis. Gottegot, wat intens triest dat iemand haar moed, energie en inzet stopt in het anderen lastig vallen met haar Opperwezen.

Ze bleek een voorbode van de rest van de week. Of is het iedere week raak en was ik er nu wat gespitster op? Hoe dan ook, het godsgeloof vrat heel wat verhitte krantenkolommen en radio- en tv-uren op. Daarin werd weer een partij ingewikkeld geredeneerd en emotioneel uitgehaald, terwijl de kwesties – mag jongetjesbesnijdenis, en mogen gezichtssluiers en naveltruitjes op de Vrije Universiteit – zo simpel waren als wat.

Want stukjes afsnijden van babypiemels is al verboden door de wet, om precies te zijn: door de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden van 24 augustus 1815, waarin artikel 11 van Hoofdstuk 1 (Grondrechten) luidt: “Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.” Wel, er bestaat geen wet die van besnijdenissen een uitzondering maakt. De Europese Grondwet spelt ook nog eens uit dat je “in het kader van de geneeskunde en de biologie de vrije en geïnformeerde toestemming van de betrokkene” nodig hebt. Vind maar eens een Europese baby die brabbelt dat ie zijn voorhuid net zo lief kwijt is.

Dan was er de voze VU, die dacht dat gezichtsbedekkingen verbieden makkelijker zou zijn als je tegelijk blote buiken de toegang tot collegezalen zou ontzeggen. Dat gaf weer ruim baan aan de mantra’s van de moslimmeisjes-met-hoofddoek: het is niet omdat we moeten, we willen het heus zelf. Maar wie meent een hoofddoek of nog erger om haar hoofd te moeten doen, heeft de overtuiging niet gelijkwaardig aan mannen te zijn. Want geen hoofddoekdraagster verlangt dat ook mannen hun haren bedekken. Sekse-discriminatie dus, en ook dat mag niet van de wet.

Dat zijn allemaal geen meningen, maar feiten. Alleen wordt het zicht daarop totaal vertroebeld doordat God erdoorheen fietst. Dat levert steeds weer benauwde omzichtigheid, leugenachtig gedraai en lachwekkende smoezen op. Dan veroorzaakt zicht op een navel plotseling communicatieproblemen, en staan de voormannen van de joden en de moslims ineens eensgezind hun ontbrekende voorhuid te verkopen als een hygiënemaatregel. Terwijl de VU, mét Van Kooten en De Bies Positivo’s, natuurlijk in werkelijkheid denkt: ‘onze God is de beste’, en hoofddoekdraagsters en besnedenen hun gebruik alleen maar verdedigen omdat het bij hun godsdienst hoort.

Pas als er een eind gemaakt wordt aan de huidige interpretatie van ‘de vrijheid van godsdienst’, die voortdurend boven andere vrijheden, zoals die van meningsuiting gesteld wordt, kan het openbare debat eerlijk gevoerd worden. Wat zou dat gezond zijn, en een hoop verspilde energie en moeite schelen.