Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)
Deze week
Esprit d’escalier
Volgens HP/de Tijd ging Antjie Krog vorige week vrijdag tijdens een diner eens met koningin Beatrix van gedachten wisselen over allerlei maatschappelijke thema’s.
Het zat net een beetje anders. De zachtjes sprekende Zuid-Afrikaanse dichteres was een van de eregasten op een symposium in paleis Noordeinde, waar de koningin ik denk wel 150 schrijvers, uitgevers, taalkundigen, politici en nog zo wat ontving.
Het ging – onder de bezielde en bezielende leiding van Adriaan van Dis – over het ‘Nederlands buitengaats’, en behalve Zuid-Afrika waren ook Vlaanderen, Suriname, de Antillen en Indonesië vertegenwoordigd door schrijvers.
Geen idee eigenlijk of ik u mag vertellen dat Krog haar zalm en lam en ijs uiteindelijk een paar tafeltjes verderop at dan de koningin. En dat we in de Galerijzaal zaten en dat later, na de zaaldiscussie, het ‘afsluitende drankje’ zo geanimeerd was dat het geweldig uitliep.
Je hoort er altijd van alles over, maar niemand heeft me iets verzocht of verboden. Ook niet de, inderdaad hoffelijke, hofmaarschalk (fantastisch dat dat niet alleen een woordenboekwoord is), die tijdens het aperitief spontaan over de Marot eetzaal begon te vertellen, en aan wie ik op mijn beurt het verschil tussen taal- en letterkunde trachtte uit te leggen.
Want zoals zo verschrikkelijk vaak bij dit soort bijeenkomsten – wie ze ook organiseert – lag ook aan deze middag de onuitgesproken veronderstelling ten grondslag dat literatoren bij uitstek verstand van taal hebben. Sterker nog, dat zij stiekem degenen zijn die in feite bepalen of en hoe talen zich handhaven en ontwikkelen.
Het is een vorm van magisch en romantisch denken, waarover elke taalkundige je kan vertellen dat het aantoonbaar onjuist is, gewoon niet waar. Maar op de een of andere manier bereikt dat inzicht het letterkundigenkamp maar zelden.
Meestal komen beide partijen ook niet op dezelfde symposia. Dat dat nu eens wel gebeurde, was alvast mooi, en ikzelf had het in elk geval met mensen uit alle richtingen over het gapende gat tussen taal- en letterkunde dat nodig eens overbrugd moet.
Een bijzonder concreet en tastbaar punt lag overigens aan het eind van de avond wel op tafel. Nadat Antjie Krog zich ongelukkig had betoond met het ongelooflijke gebrek aan Nederlandstalige boeken in zelfs de universiteitsbibliotheken in Zuid-Afrika, zei mede-eregast Ellen Ombre hetzelfde over Suriname, waar ze sinds negen maanden weer woont, en volgden daarna gelijkluidende klachten uit de Antillen en Indonesië.
Alleen in Vlaanderen is men natuurlijk ruim voorzien, en niemand wou ook het Vlaams als ‘Nederlands buitengaats’ zien, maar verder blijkt het bittere armoe te zijn in de landen met een Nederlandse connectie, of beter in dit verband: een connectie met het Nederlands.
Er werd gesproken over het opzetten van een fatsoenlijke basisbibliotheek, op minstens vijf buitengaatse plaatsen. Ik heb geen idee of er nu vanzelf circuits gaan lopen en geldkranen gaan druppelen, maar ik ben vast niet de enige auteur die met plezier een stapeltje boeken zou doneren voor in den vreemde.
Natuurlijk had ik naar de zaalmicrofoon moeten lopen om dat ideetje erin te roepen, maar ik bedacht het pas thuis. Net als wat ik tegen onze vorstin had moeten zeggen. Esprit d’escalier, wat kan je daar een last van hebben.