door Liesbeth Koenen ©
10-02-2018
de Telegraaf
(rubriek: Taal!)

Taal!

Ergernissenparade

‘Doder dan dood kan toch niet, waarom lees ik dan over dodelijkst?’ ‘Er stond “ze sloegen een zucht van verlichting” in de krant.’ ‘Waarom spreken we accent uit als aksent, maar accessoires niet als aksessoires?’ ‘Ze noemden brillenglazen die niet van glas maar van plastic waren toch glazen.’ ‘Het is u natuurlijk ook al opgevallen dat het woord fantastisch/zeg maar/eigenlijk/super/enzovoort te pas en vooral te onpas gebruikt wordt.’

Het is een kleine greep. Veelkleurig en breed is de ergernissenparade die langskomt in mijn mailbox. En bij alles krijg ik direct of indirect de vraag of ik dat nou niet eens kan aanpakken.

Laat me u vandaag bekennen dat ik me daar vaak zo machteloos bij voel. Ik kan u, zeer gewaardeerde mailer, namelijk niet geven wat u het liefst zou hebben. Wat we allemaal het liefst hebben: gelijk.

Of nou ja, ik kan het u wel geven, maar niemand heeft daar iets aan. Het maakt namelijk niet uit. Terwijl heus: ik voel uw pijn, om het eens te zeggen met een ook al zo vaak ergerlijk gevonden leenvertaling uit het Engels.

Maar heel veel jaren lezerspost hebben me duidelijk gemaakt dat we onze nekharen bij zeer uiteenlopende dingen omhoog voelen gaan.

Wel hebben we dit gemeen: daarna krijgen we last van dat gekke psychologische verschijnsel dat iets ineens overal lijkt te zijn.

Volgens mij hetzelfde mechanisme dat maakt dat je na het kopen van een rode auto tot je verbazing ineens aldoor rode auto’s rond ziet rijden. En heb je net een nieuw woord geleerd, dan kom je het prompt nog eens en nog eens en nog eens tegen. Voor die tijd registreerde je het blijkbaar niet.

Met mijn eigen ergernissen viel ik u hier ook wel eens lastig. Ik gruw van het vage ‘aangeven’ voor ‘zeggen, beweren’. Dat er ‘iets mist’ in plaats van ‘iets ontbreekt’ zal me vrees ik levenslang blijven opvallen, en ‘de data is’ en niet ‘de data (of de media) zijn’ went ook maar niet.

De columns daarover hielpen natuurlijk geen klap. En dat is precies wat ik bedoel: ik kan er niks aan doen.

De onbestuurbaarheid van taal is hier de boosdoener, ik ben slechts de machteloze boodschapper.