Vrij Nederland
Autofictie van Benoîte Groult
Een groot talent om van het leven te genieten
Een eigen gezicht, door Benoîte Groult, vertaling Nini Wielink, Uitgever Arena, 504 p.
De wereld van de Franse schrijfster Benoîte Groult is niet zwart-wit. Misschien maakt dat haar werk zo aantrekkelijk. Groult kent mededogen, weet te relativeren en heeft gevoel voor humor. Ondertussen maakt ze in haar boeken aannemelijk dat die eigenschappen voor een vrouw niet hoeven te betekenen dat ze het onderspit delft. Kennelijk spreekt dat hier nogal aan: na het grote succes van Zout op mijn huid werd Groults roman Een eigen gezicht onmiddellijk, nog voordat er ook maar een recensie over verschenen was, een hit. Dat is het nu al maanden.
Terecht vind ik. Het is een behoorlijk meeslepend boek, ook al vond ik het, eerlijk is eerlijk, minder spannend dan Zout op mijn huid. Maar dat zit ’m ook in het type verhaal. Zout op mijn huid (dat trouwens een paar jaar na Een eigen gezicht geschreven is) ging over een bloeiende, half-geheime, gepassioneerde liefde aan de zijlijn. Een steeds terugkerend uitstapje van de ‘bourgeois’ vrouwelijke hoofdpersoon met een waanzinnig aantrekkelijke Bretonse zeeman. Een verhaal met een overduidelijke kop (de eerste vrijpartij) en staart (de geliefde sterft een handvol intense ontmoetingen en tientallen jaren later).
Een eigen gezicht is in zekere zin complementair aan de romance van ‘Karedig’ en ‘Gauvain’. Het is de andere kant van het verhaal, het leven dat de ‘zij’ leeft wanneer ze zich niet voor eventjes hartstochtelijk in de zeeman verliest. ‘Zij’ – in Een eigen gezicht heet ze Louise – is een intellectuele met een carrière en een gezin.
Met haar echtgenoot heeft ze geestelijk wel het een en ander maar fysiek een stuk minder, en uiteindelijk is er toch altijd een zekere afstand tussen de twee. Bovendien krijgt de ‘zij’ op den duur meer maatschappelijk succes dan haar man. In Een eigen gezicht komt een Amerikaan voor die veel trekjes van de Bretonse Gauvain vertoont. Ook Werner is een soort rode draad die steeds opduikt. Het grote verschil: Werner blijft leven en tegen de tijd dat Louise oma wordt, besluit ze met hem samen te gaan leven. Daar eindigt het boek.
Maar het begint bij het alereerste begin: bij de levensgeschiedenis van Louises moeder, een getalenteerde schilderes die er naast haar huwelijk levenslang een relatie met een excentrieke modeontwerpster op na houdt. Slechts twee van de vele interessante en goed uitgewerkte karakters die het boek telt. De flaptekst vertelt dat Een eigen gezicht een autobiografische roman is. Groult zelf liet in een interview met de Volkskrant weten dat dat wel meevalt. Haar eigen man (de schrijver Paul Guimard) bijvoorbeeld is toch echt een ander type dan de echtgenoot in het boek: de tamelijk zakkerige, ijdele maar bijzonder geestige televisiejournalist Arnaud. Van degene die daar model voor stond, is Groult vrij snel gescheiden. Dat neemt niet weg dat ze haar eigen leven wel degelijk als uitgangspunt heeft genomen.
Groult is van 1920, Louise laat ze in 1918 geboren worden. Ze is een verlegen meisje dat niet goed tegen haar moeder opkan, en dat liefst zo onopvallend mogelijk blijft. Het is de generatie die tijdens de Tweede Wereldoorlog net volwassen werd. Louise ontmoet dan een grote, romantische liefde, met wie ze ook trouwt, maar die al heel snel sterft aan tuberculose. De wantoestanden in het sanatorium die Groult beschrijft zijn tamelijk schokkend.
Het boek vertelt niet alleen het verhaal van Louise die zich langzamerhand ontwikkelt tot een succesvol en zelfverzekerd schrijfster, maar ook dat van een veranderende wereld. Het is nog maar kort geleden dat je in Frankrijk voor een abortus zelf met breinaalden aan de gang moest. Louise doet dat verscheidene malen. Gruwelijke, autobiografische scènes.
Drie dochters krijgt ze, in wat je gerust een klassiek huwelijk mag noemen. Manlief is bezeten van zijn werk, dat natuurlijk altijd voorgaat, of Louise zwanger is of niet, of ze hem nodig heeft of niet. Buiten de deur is Arnaud de geanimeerdheid zelve, binnenskamers zit ie achter z’n krant. En op een gegeven moment begint hij een verhouding. Louise slikt en slikt nog eens dapper.
Maar ze slikt niet alles. Langzaam maar zeker wordt die klassieke vrouwelijke afhankelijkheid waar ze aan lijdt, dat eager to please-syndroom minder. En aan het einde komt zij als absolute overwinnaar uit de bus, en is Arnaud eigenlijk een beetje zielig.
Groult draagt een kalm feminisme uit. Je zou kunnen zeggen dat haar boeken een Europees antwoord zijn op de Amerikaanse literatuur van vrouwen als Doris Lessing, Erica Jong en Marilyn French die vooral in de jaren zeventig grote indruk maakten. Het hysterische waar de Amerikanen last van hebben, ontbreekt bij Groult te enen male. De dames aan de overkant van de oceaan blijven toch van die zwaar gefrustreerde, niet echt gelukkige zij het o zo geëmancipeerde vrouwen. Voor Louise geldt dat niet. Die wil gewoon van het leven genieten, en daar heeft ze een groot talent voor. Veranderingen gaan niet met gigantische scènes en op straat uitgevochten crises gepaard. Louise leert gewoon haar eigen weg te bepalen. Inderdaad: een eigen gezicht te hebben.
Het enige dat ik op het boek aan te merken heb is dat het een beetje onevenwichtig is. Bepaalde periodes worden enorm uitgesponnen (de eerste liefde met ook nog eens tientallen pagina’s brieven bijvoorbeeld had van mij echt wel wat korter gemogen), andere blijken ineens al voorbij te zijn voordat je er iets over gehoord hebt. De vorm is interessant: Groult wisselt de ik-persoon af met Louise-gedeeltes, en dikwijls spreekt de ik van nu een ‘jij’ van vroeger toe. En dat is nergens verwarrend en ook niet hinderlijk.
De grote kracht van het boek zit hem in de manier waarop Groult relaties tussen mensen weet te beschrijven (en in dit dikke boek zijn dat er tientallen). Ze is daarin bijzonder geloofwaardig en genuanceerd (waarschijnlijk gaan die twee altijd samen). Ik hoop maar dat er binnenkort nog meer van haar werk vertaald wordt. Maar zo verstandig zal de uitgever wel zijn.