NRC Handelsblad
Domme dialogen
Percies! 31 eigentijdse conversaties door Jan Kuitenbrouwer 126 blz., Uitgeverij Bert Bakker, f 14,90 ISBN 90 351 0714 4
Meer dan een kwart miljoen Nederlanders kocht Turbo-taal. Ladingen brieven kreeg Jan Kuitenbrouwer, en een column in het CJP-magazine die nog meer brieven oplevert. Er worden scripties over het boekje geschreven en zure stukjes in de krant. Na meer dan een jaar staat het nog altijd hoog in de hitlijsten. Uitgever Aramith is inmiddels naar Bloemendaal verhuisd.
En nu is er een nieuwe Kuitenbrouwer uit: Percies! 31 eigentijdse conversaties, een verzameling van Kuitenbrouwers trendy dialogen die de afgelopen drie jaar in Intermagazine verschenen. Weer is het een prettig handzaam boekje, met goud op de voorkant, en voor een ideale cadeauprijs. Eerste oplage: 25.000.
Alleen is de uitgever dit keer Bert Bakker. Kuitenbrouwer bij monde van zijn vriendin: ‘Aramith vond het geloof ik niet zo goed in zijn fonds passen, maar dat kunnen ze beter zelf uitleggen.’
Aramith: ‘Het past prima in ons fonds, maar wij wilden het pas later uitgeven, omdat we bang waren dat Percies! Turbo-taal zou kannibaliseren. Ja, inderdaad, het resultaat is dat dat nu toch gebeurt. En door een ander. Kijk, Jan was opgehouden met die column en wilde dat boekje beslist nu uitgeven. Erg jammer. Bakker schijnt een groot voorschot betaald te hebben. Maar Jan is voor ons bezig met een opvolger voor Turbo-taal. Weer een nieuw onderwerp. We houden dat nog maar geheim, want het is ons al eerder overkomen dat mooie ideeën gejat werden.’
Heeft Aramith werkelijk reden om de pest in te hebben? Ik denk het wel. Kuitenbrouwers conversaties zijn misschien flauw, maar tjongejonge, wat heb ik er weer om moeten lachen. En wat weet hij die types puur op grond van hun taalgebruik neer te zetten. Bij de schooljeugd zal Percies! wel niet zo inslaan, maar de dertigers – en de veertigers ook nog net – zullen er geheid hun omgeving, en zichzelf, in herkennen.
Er gaan wat gruwelijkheden over de tong. De dikke namen (‘tournedos Giacometti’), de foute citaten (‘what’s in a name, zoals Churchill zei’), het geleuter van kunstenaars (‘Accident Art, noem je dat? Ja. Of CrashKunst, wat je wilt’), de smoezen, de nieuwe truttigheid die leidt tot huwelijk en kerkgang (‘Die, die, die… geborgenheid. Dat gevoel van tesamenheid met mensen die het óók allemaal niet precies weten.’), het late verlangen naar een ‘kiddo’, de domheid van televisiepresentatoren (‘Ja, dames en heren, dat lijkt me best een applausje waard!’), het hoongelach van minister ‘Dolf de Korting’ bij de gedachte aan opstappen (‘Gewoon: hóp, wegwezen? Hohohohoho! Hahahaha! Nou mevrouw Verburg, ik moet zeggen, van de politiek heeft u weinig begrepen, maar gelukkig heeft u van humor meer verstand!’), Kuitenbrouwer heeft al zijn grote en kleine ergernissen kwijt gekund.
En er zitten werkelijk prachtige vondsten in het boekje: een meta-gesprek over Meta, het gaat over een ‘ernstige comme-il-faut-pas’, over ‘Authen Teak-olie’ en over ‘ethisch in de eighties’.
Ik hou Percies! naast Turbo-taal in de kast, al was het alleen al om over twintig jaar vol nostalgie de ‘eighties’ van de plank te kunnen trekken.