door Liesbeth Koenen ©
17-12-2016
de Telegraaf
(rubriek: Taal!)

Taal!

Dictee nee

De een klaagt, de ander beeft. Wanneer ik aan vreemden vertel wat ik doe, valt de mensheid ineens uiteen in twee typen. Ligt niet aan mij. De boze- en de bangeriken zijn bij elke taalkundige bekend.

Allemaal gaan ze me ter harte, maar vandaag hou ik het bij degenen die bang gemaakt zijn. Want dat is het. ‘Ik ben zo slecht in taal,’ mompelen ze bedeesd. Of: ‘Nou, dan mag ik wel oppassen met wat ik zeg.’

Het snijdt me door de ziel. Want het is niet waar. Wij taaldieren zijn nou eenmaal juist onbegrijpelijk kundig en bedreven in taal.

Maar de wereld lijkt er vaak op ingericht ons het tegendeel te laten geloven. Vanavond gaat het weer mis op NPO2. Heus, ik vind Philip Freriks een lieverd, maar dat dictee van ‘m is een vergissing. Erop gemaakt om ons fouten te laten te maken. Bah.

Spellen is geen leuk spelletje, vind ik. Dat dictee voedt taalangst. En ben je een beter mens als je uit je hoofd weet dat je staatsiebezoek zo schrijft, en seks met ks? Dat je paraat hebt dat het Groene Boekje stiekem voorschrijft, niet stiekum, en niet miniscuul, maar minuscuul?

En wie o wie heeft er baat bij te weten hoe je wat als ‘sintbernardhond’ klinkt schrijft? Punten, streepjes, hoofdletters, spaties, waar horen ze al dan niet? Ik weet het zonder spieken echt niet. Wie wel?

Maar bij de Hogeschool van Amsterdam kun je erop worden afgerekend. Echt waar? Echt. Journalist Walt van der Linden neemt het sinds een tijdje op voor student Francis, die de opleiding logistiek doet daar.

Van der Linden helpt hem met zijn Nederlands, want Francis komt uit Ghana. Maar aan dat Nederlands komen ze veel te weinig toe. Tussen-n’en en streepjes moeten noodgedwongen voorgaan. Dieptreurig, en principieel onjuist.

Gelukkig dan maar dat er soms ook te lachen valt om spelling. Om Cark bijvoorbeeld. Geintje van een Amerikaanse koffieketen die ook hier merkwaardig populair is. Hoe heet je, vragen ze als je je bestelling doet van een driedubbele caramel macchiato (nee, vraag maar niet). Die naam zetten ze dan op je beker. ‘Cark’ las de man die ‘Marc met een c’ had geantwoord.