door Liesbeth Koenen ©
12-2008, nr. 100
Akademie Nieuws

De ontwikkeling van de hele wereld

‘Nou, laat ik het zo zeggen: we hebben de wereld nog niet overtuigd van onze benadering,’ zegt prof.dr. Jan Luiten van Zanden met een kleine lach. De economisch historicus van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam vertelde in 2006 (Akademie Nieuws nummer 86).te werken aan een heel experimenteel paper. Hij zocht een antwoord op de vraag hoe lang het zal duren voordat er geen ontwikkelingslanden meer zijn. Wanneer is de wereld voor honderd procent ontwikkeld?

Natuurlijk is juist het verleden zijn terrein. Van Zanden beziet de wereldgeschiedenis aan de hand van lonen en prijzen, die hij ‘de DNA-afdruk van de economie’ noemt. Welk loon kregen bijvoorbeeld de arbeiders die de Utrechtse dom bouwden? Werd er duizend jaar geleden voor kennis betaald in het Oosten, dat toen intellectueel vooropliep? En hoeveel brood of rijst kon je van je geld kopen? Zulke gegevens geven inzicht in de dynamiek van de wereldongelijkheid, en wie die begrijpt, kan ook vooruitblikken, zei Van Zanden indertijd.

Is dat inmiddels gelukt? Aan de telefoon vertelt hij: ‘We hebben op wereldschaal in kaart gebracht welke landen horen tot wat de convergentieclub heet. Dat zijn de snel naar elkaar toegroeiende economieën. We hebben daar een model en criteria voor, en die trends kun je doortrekken. Bedenk overigens wel dat ‘ontwikkeld’ niet hezelfde is als ‘rijk’: Indonesië raakte in de jaren zestig echt in ontwikkeling, maar kun je niet rijk noemen.’ Goed. En? Van Zanden aarzelt, want vooralsnog verwerpt de academische gemeenschap zijn conclusies. Maar vooruit: ‘Met onze schattingen kwamen we uit tussen 2060 en 2100. Deze eeuw dus nog, ja.’