Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)
Deze week
De inhoud van Ali B.
Sterk staaltje heb ik nog eens aan den lijve meegemaakt. Tijdens een uitzending waar ook ik (voor iets anders) in zat, liet Sonja Barend, hevig verontwaardigd, een stukje Hans Janmaat zien, en kondigde ze vervolgens aan een aanklacht tegen hem te zullen indienen.
Trots, met krachtdadige blik en licht verbeten trek langs de mond stond ze het applaus voor dit geweldige initiatief te incasseren.
Ik weet echt niet meer precies wat Janmaat gezegd had, het zal niet smaakvol geweest zijn, maar ik herinner me wel haarscherp het afgrijzen dat ik voelde temidden van het klapvee.
En de verbazing en de schrik die daarna alleen maar groeiden. Want mijn spontane pogingen iets op te brengen over de gevaren van een verbod op onwelgevallige meningen werden onmiddellijk keihard afgestopt.
Altijd gedacht dat mijn eeuwige wrevel over Sonja Barend zat in dat hypercorrecte waar elke uitzending van doordesemd was, maar afgelopen zaterdag, toen ze voor het eerst in tien jaar weer een programma deed vanuit De Rode Hoed, wist ik ineens dat de kern hem in iets anders zat: Sonja Barend wist altijd alles al. Dat was het punt. Voordat de uitzending begon, had ze besloten hoe het zat en welk moreel oordeel daarbij hoorde, en dat kwam áltijd uit.
Nu, aan het slot van haar carrière, die ze wil bezegelen met een serie programma’s over vijftig jaar televisie, is ze nog altijd een discussieleidster die een discussieprogramma leidt waarin discussie helemaal niet de bedoeling is.
Want het is toch ronduit maf als je Paul de Leeuw uitnodigt om een oordeel uit te spreken over de invloed van Paul de Leeuw op de verruwing van de omgangsvormen in ’t land? Viel best mee, was zijn verrassende conclusie.
Ook Henk Kamp was gekomen, om nog eens verontwaardigd te wezen over Jan Mulder die een tijd terug ‘ach man, sodemieter toch op’ tegen hem had geroepen. En ja, daar kwam in het gesprek alweer Ali B. langs, die laatst bij Pauw en Witteman je en jij heeft gezegd tegen de minister-president.
Is dat allemaal dan niet erg? Nou, eerst even dit: er werd geen halve seconde ingegaan op wat Mulder en B. te zeggen hadden gehad. Waar het over ging. Mulders woede betrof het Nederlandse asielbeleid. Dat velen dat beschamend en woedendmakend vinden, mag dat niet eens genoemd?
En Ali B was de eerste die ik Balkenende rechtstreeks aan heb horen spreken over het totale gebrek aan protesten van regeringszijde tegen de Israëlische (cluster)bombardementen op Libanon. Hij had het ook heel direct over het schoothondengedrag van Nederland tegenover Amerika, en de in zijn ogen kwalijke steun aan de oorlogen in Afghanistan en Irak.
Wou de minister-president ingaan op wat de troetelallochtoon te melden had over wat er leeft bij allochtonen? Nee, Balkenende kwam niet verder dan fel zeggen dat ie net nog in het Holocaustmuseum geweest was. Als je dat gezien had, nou dan hield je je kop wel, was de strekking van zijn reactie. Daarmee was de kous weer af.
Het was demagogisch, het was smakeloos, en ook dom en gevaarlijk. Gedrag een minister-president onwaardig. Maar alle aandacht ging daarna naar de tutoyerende rapper. Ik ben zelf best voor een beetje vormelijkheid, maar dit vind ik toch echt een geval van zoekgeraakte verhoudingen.
Overigens, even tot slot, ik heb wel een theorietje over waarom Ali B. JP durfde te tutoyeren. Ik weet dat hij al zijn leven lang in Nederland woont, maar het Nederlands heeft ie niet van huis uit meegekregen. Het heeft daarom voor hem een paar trekjes van een vreemde taal gehouden. Ik doel niet op de typische Marokkanentongval (dat is ook groepsgedrag, sociale code, mode) maar op de onmogelijkheid de gevoelswaarde die woorden hebben altijd exact aan te voelen. Het is een heel algemeen verschijnsel, dat een andere dan je moedertaal tot in alle hoekjes en gaatjes beheersen zo’n ellendig lastig karwei maakt. Neem even vloeken, daaraan is het makkelijk te zien. Djiezus kraaist klinkt in Nederlandse oren minder godslasterlijk dan Jezus Christus. Ook als je weet dat het hetzelfde betekent. Ik denk dat Ali B wist dat ie brutaal was, maar dat ie toch niet zo brutaal is als zijn gejij tegenover Balkenende klonk. Hij zat er met zijn inschatting over wat kon en niet kon net een fractie naast, en de crux daarvan zat ’m in zijn kennis van het Nederlands.