NRC Handelsblad, NRC Next
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)
Deze week spreekt…Lea van der Vinde
Constantijn Huygens’ penvriendinnen
Multi-talent Constantijn Huygens (1596-1687) was een fervent brievenschrijver. Onder zijn correspondenten bevinden zich opmerkelijk veel vrouwen. Over zestien van hen stelde kunsthistorica Lea van der Vinde (1980) als gastconservator een tentoonstelling en een boek samen voor het Huygensmuseum. Ze is conservator bij het Mauritshuis.
Wat waren het voor vrouwen met wie Huygens schreef?
‘Zijn kring was heel breed. Als diplomaat maakte hij ook vriendinnen in het buitenland. Hij dichtte, componeerde, musiceerde, was kunstkenner. Veel van zijn vrouwelijke correspondenten deelden zijn belangstelling. Met de zangeres Utricia Ogle wilde hij het liefst elke dag musiceren. Al reageerde zij vaak niet op zijn verzoeken.’
‘Een heel aantal was niet getrouwd. Die hadden dan familiekapitaal, of ze werkten voor hun geld. Maria van Oosterwijck bijvoorbeeld verkocht haar schilderijen voor zulke torenhoge bedragen, dat ze een pand aan de Keizersgracht kon kopen.’
Sloeg Huygens tegen vrouwen een andere toon aan dan tegen mannen?
‘Veel correspondentie met mannen is puur zakelijk. Hij was secretaris van de stadhouder, dus er viel een hoop te regelen. Tegen de vrouwen is hij soms flirterig. Hij is vijftig jaar weduwnaar geweest. En hij maakt steeds gedichtjes. Daarmee had hij ook zijn vrouw veroverd. Zijn gedichten voor Béatrix de Cusance, die de mooiste vrouw van de zeventiende eeuw werd genoemd, zijn spannend. Hij treft haar bijvoorbeeld, ontwakend uit een droom, in zijn bed aan.’
‘Maar met de Engelse geleerde Margaret Cavendish correspondeerde hij heel serieus over natuurkundige raadsels. Bijvoorbeeld over ‘Rupert’s drops’. Dat zijn op een bijzondere manier gemaakte druppels van glas. Je kunt keihard op hun kopje slaan zonder dat ze stuk gaan, maar als je maar iets met hun staartje doet, exploderen ze. Dat is nog altijd niet helemaal verklaard. Ook met Anna Maria van Schurman ging het naast kunst, literatuur en muziek vaak over wetenschap. Zij was eerste Nederlandse vrouw die naar een universiteit ging.’
Hoe kreeg ze dat voor elkaar?
‘Ze werkte hard aan haar eigen bekendheid in de wetenschappelijke wereld. Om zichzelf te promoten schreef ze brieven aan wetenschappers. Huygens stuurde ze een zelfportret, met daaronder een Latijnse spreuk. Normaal leerden alleen jongens Latijn. Er werd haar gevraagd een lofdicht in het Latijn te schrijven op de Utrechtse universiteit. Toen mocht ze daar ook colleges gaan bijwonen. Privé, of achter een gordijntje in de collegezaal. Haar proefschrift ging over dat vrouwen wel degelijk geschikt zijn voor de wetenschap.’
Hoe keek Huygens aan tegen vrouwen?
‘Gemengd. Hij heeft wel boze gedichten over ze geschreven, met zinsneden als ‘vrouwtjes, wil je lof verkrijgen, snoert je bakkes en leert zwijgen’. Vrouwen stonden een treetje lager, was toch de algemene gedachte. Ze moesten niet te veel op de voorgrond treden. Tegelijk was Huygens ontzettend gefascineerd door vrouwen die dat wel deden. Dat kon eigenlijk niet. Ook uit brieven tussen hem en andere mannen spreekt onbegrip: ze vinden het eigenlijk mannen in een vrouwenlichaam.’
Vrijdag spreekt drs. Lea van der Vinde over ‘Vrouwen rondom Huygens’. 11.00 u. Huygensmuseum Hofwijck, Westeinde 2a Voorburg. Aanmelden: info@svvt.org. Toegang: € 3,50
‘Damespost van Huygens’ zette NRC Next ’s ochtends boven dit stuk.