door Liesbeth Koenen ©
02-04-2013
NRC Handelsblad
(rubriek: Deze week spreekt / De Lezing)

Deze week spreekt

Betelgeuze is een rode superreus die je soms goed kan zien

Sterren worden rood en reusachtig voordat ze beginnen uit te doven. Astronoom Rien Dijkstra (1976) promoveerde op ze, maar tegenwoordig doet hij zijn sterrenkundig onderzoek pro deo in zijn vrije tijd. Hij heeft een baan als IT-programmeur. 

Zijn er veel rode reuzen?

Niet heel veel tegelijkertijd. Veel sterren worden uiteindelijk wel rode reuzen, maar het  is een fase die relatief kort duurt. Onze eigen zon wordt ook een rode reus. Maar ik zou er geen levensverzekering op afsluiten, want dat is pas over zo’n 5,5 miljard jaar. Het is de oppervlaktetemperatuur die de kleur bepaalt. Rode reuzen zijn met hun 3000 graden relatief koele sterren. De gele zon is zo’n 6000 graden. Als we in plaats van de zon een rode reus hadden dan verdwenen Mercurius, Venus, onze aarde en misschien ook Mars daarin.

En dan zijn er ook nog rode superreuzen?

Die zijn nóg groter. Zoeen zou in ons planetenstelsel tot aan Jupiter komen, of misschien zelfs de baan van Saturnus bereiken. Rode superreuzen zijn zeldzamer. De massa die sterren aan het begin van hun leven hebben, bepaalt of ze een rode reus of superreus zullen worden. De superreuzen zijn veel massiever. Als sterren meer dan acht keer de massa van de zon hebben kunnen het rode superreuzen worden. 

Dat gebeurt niet altijd?

Nee, niet elke massieve ster wordt een rode superreus. Van de levensloop van die massieve sterren hebben we nog niet alle details in kaart. Mijn eigen onderzoek gaat over de omgeving van rode reuzen. Ze verliezen veel materiaal, dat verder afkoelt naarmate het verder weg raakt. Microscopische roet- en zanddeeltjes bijvoorbeeld. Ik heb ijs op zanddeeltjes bestudeerd. De stoffen die een ster uitstoot kun je in het infraroodspectrum zien. Dat  materiaal vertelt iets over de ster zelf, bijvoorbeeld hoe hij pulseert, dus inkrimpt en weer uitzet.

In bepaalde fases verdwijnt elk zicht op de ster zelf. Dan zie je alleen nog gas en stof. Bij rode reuzen is op den duur zo veel materiaal weg dat de kern zichtbaar wordt. Wat er dan overblijft heet een witte dwerg. Die zijn ongeveer zo groot als de aarde, maar hebben wel minstens de helft van de massa van de zon. In extreme gevallen, als zich heel veel materiaal van een naburige ster verzamelt op zo’n dwerg, dan wordt die zo zwaar dat hij explodeert.

Maar massieve sterren doorlopen na de rodesuperreusfase nog een paar fases. Uiteindelijk exploderen ze als supernova. Dan laten ze neutronensterren achter, of zwarte gaten. Het is allemaal een kringloopproces, een nieuwe generatie sterren gebruikt het materiaal dat oude sterren de ruimte in sturen. 

Zijn er rode reuzen in de buurt?

Dat vind ik een van de mooie dingen van rode reuzen: je kunt er een paar soms zelfs met het blote oog zien. De ster Mira in het sterrenbeeld Walvis is de bekendste. En in Orion heb je een rode superreus: Betelgeuze. 

Zaterdag 6 april spreekt dr. Rien Dijkstra over ‘Rode (super)reuzen: hoe Goliath in David verandert’. 10.30 uur. Aviodrome, Pelikaanweg 50 Lelystad. Toegang: € 7,-.