de Telegraaf
(rubriek: Taal!)
Taal!
Apenpraat
Hij was te verlegen om te gebaren met vreemden. Dat las ik over Chantek, een orang-oetan die vorige week stierf in een dierentuin in Atlanta, 39 jaar oud.
De eerste negen jaar van z’n leven groeide hij op tussen mensen. Zo veel mogelijk als een mens, in een tijd dat er meer van zulke experimenten werden gedaan.
De grootste vraag daarbij was steeds: kan een aap ook taal leren?
Toevallig was ik me net weer een beetje aan het verdiepen in pratende apen van allerlei soorten. Buiten onszelf dan, bedoel ik. Er zijn bekend geworden chimpansees en bonobo’s, er is een wereldberoemde gorilla. En dus de orang-oetan Chantek.
Een heel stel van hen kreeg les in gebarentaal, ook Chantek. Apen hebben namelijk geen strottenhoofd waarmee genoeg taalklanken te maken zijn om goed te kunnen praten. Gebarentaal gebruiken was een vondst.
De opwinding uit die tijd zindert nog na: stel je voor, we zouden er zo eindelijk achterkomen wat er leeft in een andere diersoort.
Nu filmpjes terugzien, en lezen over al die gebarende mensapen is aan de ene kant hartveroverend, aan de andere hartbrekend.
Ja, je bleek ze behoorlijk wat te kunnen leren. Soms wel een paar honderd gebaren. Ontiegelijk slimme beesten.
Maar we zouden het nu geen dier meer willen aandoen. Al dachten juist degenen die de apen trainden vaak dat ze heel veel leerden.
Tot anderen goed gingen kijken. Steeds bleek dan dat die apentaal toch niet zo ver ging. Hun belangstelling ook niet. Apen vragen om eten, kietelen, spelen. En doen vaak gewoon alleen hun verzorgers en trainers na.
Dat die er meer in lezen, is zeker niet altijd opzet of bedrog. Het is een gevolg van onze eigen natuur, ons eigen taalvermogen: we kunnen niet anders dan proberen iets begrijpelijks te maken van wat we zien of horen. En we denken zelfs van robots al snel dat die ons begrijpen.
Vreemde ogen dwingen, zeggen ze. Maar niet bij dierentaal. Zo was er ook de knappe papegaai Alex. Die deed de ingewikkeldste opdrachten. Maar nou net die keer dat er iemand die ik ken kwam kijken, deed Alex niets.
Daaraan dacht ik toen ik las over Chanteks zwijgen uit verlegenheid.