door Liesbeth Koenen ©
17-07-2004
Peptalks.nl
(rubriek: Deze week)

Deze Week

Allemaal geketend

We deden 4750 mijl over de trip van Philadelphia naar Los Angeles. Hoeveel hamburgers dat zijn? Hoeveel bacon en eggs en slappe koffie? Ik heb het niet bijgehouden. Wel weet ik dat we ergens in pakweg Missississippi anderhalf uur gezocht hebben naar een eetgelegenheid, wat voor eentje dan ook, die niet onderdeel van een keten was.

De Taco Bell, de Pizza Hut, Wendy’s, de McDonalds natuurlijk, de Subway, de Burger King, de Dairy Queen, de Burger Barn, het Waffle House, Jack in The Box, de Kentucky Fried Chicken, de Chinese Wok, Arby’s, de Outback, de Dunkin Donuts, ze vermoorden Amerika. Nee, niet omdat ze de Amerikanen zo ontstellend dik maken – dat doen ze uiteraard ook – maar omdat ze alles overnemen, en en passant ook nog de harten van menig stadje leegzuigen. Charme, keuzevrijheid en de menselijke schaal worden in heel Amerika vermorzeld onder ketengeweld.

Stadje na stadje zie je in Amerika hetzelfde. Buiten het stadshart bevindt zich de strip: de toegangsweg naar het eigenlijke plaatsje, die aan weerszijden gevuld is met ketenrestaurants én ketenwinkels en ketenmotels. Want het is niet alleen de uit-eten-sector, dat is alleen waar je reizend van de ene kust naar de andere het meeste last van hebt: dat wij anderhalf uur honger overhebben voor het vinden van een niet-gestandaardiseerde sandwich of hamburger komt doordat we weten hoe het ketenvoedsel smaakt (je moet alles een keer proberen).

Maar elke strip heeft ook wéér een Family Dollar-supermarkt, een schoenwinkel van de Payless Shoes Source, een Walgreens-drogist, et cetera. Opnieuw kan slapen alleen in een Days Inn, een Best Western Motel, een Motel 6, allemaal met hun eigen, vrijwel dezelfde, standaardinrichting, hun airco en hun (o gruwel) niet te openen ramen. Wandelen van het een naar het ander kan er nauwelijks, alles is ingericht op met de auto komen en met de auto weer gaan.

Heb je de strip eenmaal achter je gelaten dan kom je akelig vaak in een uitgehold stadshart. Prachtige panden en pandjes, alles beloopbaar, de aanblik sympathiek, charmant. Maar er is geen leven. Veel is zelfs dichtgetimmerd. De banieren met de tekst “historic downtown” (blijkbaar voelen heel wat gemeentebesturen wel aan dat er iets te bewaren valt) hebben niets fiers, ze maken je triest.

Mij maakt het bovendien allemaal bang. Ik vrees mijn eigen voorland te zien hier. Een wereld waarin ik geen keus meer heb. Waarin de ketens domweg de macht hebben. De totale ‘verblokkering’, zoals het bij ons heet, is hier in Amerika het verst. Maar straks is ook in Nederland de laatste bakker, de laatste slager verdwenen, en hebben ook wij alleen nog per auto te bereiken supermarkten, die vol staan met honderd keer dezelfde smaakvrije fabriekskaas en fabriekskoekjes en fabrieksbroden van steeds een ander merk. Is ook de enige keus voor kleren, schoenen, huishoudspullen, wat dan ook, die tussen de ene keten of de andere. Kun je alleen in grote steden, mits je flink wat geld op zak hebt, nog variatie en finesse, en fleur vinden. Zijn we allemaal geketend.